De lage-emissiezone grijpt in Europa wild om zich heen. Erg vaak beslissen steden onafhankelijk welke normen ze hanteren. Dat gebrek aan gecoördineerde aanpak leidt in het op papier aangemaakte Europa eerder tot feodale, middeleeuwse toestanden: elke stad z’n eigen regels. Voor de automobilist wordt alles intussen ingewikkeld, tijdrovend en na een moment van onoplettendheid - misschien wel duur.
Lage-emissiezones in Nederland
In Nederland is het niet anders. Tien van de twintig grootste steden heeft er een milieuzone of werkt aan de invoering ervan. Met normen die een stuk minder streng zijn dan straks in de drie Belgische LEZ-zones gelden. In Nederland wordt vooral de diesel geviseerd, en dan nog die met een hoge leeftijd. In Amsterdam is vanaf november 2020 een diesel van meer dan 15 jaar niet meer welkom. Ver boven de gemiddelde levensduur van een Europese auto. In Antwerpen en Gent zijn op 1 januari diesels met een Euro IV-uitstootnorm niet meer toegelaten en die zijn soms niet eens 8 jaar oud.
Rotterdam stopt met milieuzone
Rotterdam vormt een uitzondering. Begin dit jaar versoepelde het stadsbestuur er de toelatingsvoorwaarden van de milieuzone. Toen werden personenwagens of bestelwagens op benzine van voor 1992, die eerder werden geweerd, opnieuw toegelaten. Dieselvoertuigen van voor 1 januari 2001 werden nog steeds geweerd, maar op 1 januari 2020 vervalt ook die beperking. Dan geldt de milieuzone uitsluitend nog voor vrachtwagens. Die moeten er dan aan de Euro IV emissienorm voldoen.
Veel hinder, weinig resultaat
De beslissing tot afschaffing van de miliieuzone werd door het Rotterdamse gemeentebestuur genomen toen een nieuwe coalitie meetresultaten van de lucthkwaliteit toetste met de invoering van een milieuzone. Het bestuur was er van mening dat het ging om een disproportionele maatregel die te weinig aantoonbaar resultaat opleverde. Het gemeentebestuur van de havenstad zet er nu in op een mix van andere maatregelen waarvan het concrete resultaten verwacht.