Vanaf 2021 moeten automerken het feitelijke verbruik van auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen doorgeven aan de Europese Commissie. Nieuwe auto’s moeten vanaf dan verplicht voorzien zijn van een meter die het feitelijke brandstofverbruik registreert en eventueel doorseint. Die verplichting is één van meer schimmige clausules die deel uitmaakt van de WLTP-regelgeving. Die nieuwe normering betekende de facto ook een significante belastingverhoging.
Iedereen z’n brandstofverbruik gecontroleerd
Die zogeheten OBFCM (On-Board Fuel Consumption Meter) moet de overheid in staat stellen om na te gaan of het opgegeven gebruik van de fabrikant niet te veel afwijkt van het werkelijke brandstofverbruik.
Bij de meeste fabrikanten zit die OBFCM al in het programma. Ze maakt in wezen deel uit van de boordcomputer. Die zal het feitelijke verbruik over langere tijd opslaan. Bij een onderhoud kan het dan uitgelezen worden en verdwijnt het in de databases van de autoconstructeur. De exacte procedures daarvoor zijn nog niet vastgesteld. Het ligt evenwel voor de hand dat de ‘connected’ auto’s van morgen die gegevens gewoon automatisch doorsturen.
Extra belasting voor veelverbruikers
Het Duitse opinieblad Der Spiegel stelt dat de gegevens in de toekomst niet alleen gebruikt kullen worden om fabrikanten ter verantwoording te roepen. De EU theoretiseert al over een belasting voor chauffeurs die te veel verbruiken. Bestuurders met een onzuinig rijgedrag kunnen op deze manier eenvoudige geïdentificeerd worden en de rekening gepresenteerd krijgen.