Zo’n 660.000 Belgen rijdt met een salariswagen. Die bedrijfswagen geniet van een fiscaal gunstiger regime dan de belasting op arbeid en is daardoor populair in ons land. België is immers, volgens onderzoek van het World Economic Forum van dit jaar, het op één na duurste land ter wereld wanneer het de belasting op loon aankomt.
Benzine en diesel (nog) zwaarder belast
Maar de bedrijfswagen is al lang een doorn in het oog van wie er geen heeft. Federaal formateur Magnette wil dat bedrijfswagens een stuk groener worden. Al vanaf 2023 zouden bedrijven leasewagens alleen nog fiscaal kunnen aftrekken als ze geen CO2 uitstoten. Als ze, met andere woorden, elektrisch zijn. De nota specificeert niet of het gaat om bedrijfsvoertuigen (bestel- en vrachtwagens e.d.), of salariswagens die in volkmond vaker bedrijfswagens genoemt moeten worden, maar gezien de geciteerde aantallen moet geconcludeerd worden dat het minstens om de salariswagens en mogelijks om beide categoriën gaat.
De talrijke benzine- en dieselwagens moeten tot 2023 elk jaar een stuk duurder worden. In de nota staat met andere woorden een bijkomende belasting op voertuigen die reeds aangekocht of onder contract liggen. Daarmee bewijst de regering, ook al gaat het nog louter over een ontwerpnota en nog niet over beleid, andermaal een onbetrouwbare partner te zijn. Ze wil eens te meer de spelregels tijdens het spel veranderen. Bedrijven en werknemers met recente contracten zouden geen andere keuze hebben dan de meerbelasting te slikken. Tegen 2030 wil Magnette vervolgens alleen nog elektrische bedrijfswagens in het vooruitzicht stellen.
Mobiliteitsbudget en belasting op vliegtickets
Tegelijk pleit Magnette voor het mobiliteitsbudget dat werknemers moet stimuleren om andere vervoersmiddelen te kiezen. Dat bestaat reeds, maar kent slechts een matig succes. De regering wil ook meteen een taks op vliegtuigtickets instellen.