Sinds bekend raakte dat Peugeot-Citroën en Fiat-Chrysler fuseren tot de vierde grootste autogroep ter wereld, gonst het van de geruchten. Dat is begrijpelijk. Er wordt gevreesd voor tewerkstelling (PSA kuiste bij Opel ook een hoop personeel buiten) en het productaanbod. Vooral omdat de Italiaanse merken van FCA, Fiat, Alfa Romeo en Lancia, momenteel niet uit kunnen pakken met een evenwichtig modellenpalet. FCA-topman Manley sneed kort na de bekendmaking alvast enkele toekomstige Alfa-Romeo producten uit de planning. Alleen de compacte SUV Tonale gaat door. Het werk daaraan is eigenlijk compleet.
Hoeveel merken heb je nodig?
Analisten trekken inmiddels in twijfel of de fusiegroep wel al die verschillende merken nodig heeft. Het zijn er immers nogal wat. In de VS is het bedrijf verankerd met Chrysler, Dodge, Ram en Jeep. In Europa had PSA reeds Opel, DS Automobiles, Peugeot en Citroën en krijgt het er nu nog de drie Italianen in verschillende lagen van de middenklasse bij, terwijl Maserati het hogerop zoekt.
Elk merk z’n specialiteit
Carlos Tavares, de PSA-topman, die binnenkort aan het roer van de fusiegroep komt te staan, sust intussen. Hij liet in een interview met een Frans radiostation weten dat PSA-FCA weliswaar heel wat merken in portefeuille krijgt, maar “dat het er nog steeds minder zijn dan rivaal Volkswagen”. Wat wel aan de orde lijkt, is een herschikking van de doelgroep. PSA mist momenteel een merk dat betaalbare mobiliteit biedt. Fiat is daarvoor een uitstekende kandidaat. Peugeot klom het afgelopen decennium succesvol op uit de middenklasse, maar er is nog steeds ruimte voor een meer premium volumemerk. Alfa Romeo is kandidaat. En Maserati, dat onlangs nog besliste geheel in te zetten op elektrische aandrijving voor de toekomst, staat paraat om toekomstige elektrische Audi’s (dat een EV-productoffensief in de steigers heeft staan) repliek te bieden.
Sneuvelen er fabrieken?
Inmiddels onderhandelt de fusiegroep om groen licht van Europa. Tavares stelt zich daar soepel op. ‘We zijn bereid alle nodige concessies te doen’, zegt hij. Tegelijk lijkt onvermijdelijk dat het productie- en ontwikkelingsapparaat ‘gestroomlijnd’ wordt. Dat het aantal productievestigingen, ontwikkelings- en testcentra wordt gereduceerd, lijkt onvermijdelijk.