Op het Autosalon van Genève in 2018 introduceerde Audi het Pop.Up Next-concept. Een visie op een auto waarmee je zonder overstappen de weg zou kunnen ruilen voor het luchtruim. Niet dat de transformatie helemaal niets om het lijf had.
Vliegen als een drone
De auto bestond uit een skateboard-achtig elektrisch platform met daarop een aparte passagierscocon met ruimte voor twee inzittenden. Die cocon kon dan weer vastgemaakt worden aan het vliegende onderdeel dat door Airbus ontwikkelde zou worden. De rijdende basis zou daarbij achtergelaten worden. Vliegen deed de Pop.Up Next dan eigenlijk als een drone.
De auto-basis werd aangedreven door twee elektromotoren en een accu van 15kWh. Goed voor 80pk en een actieradius van maximaal 130km. De vluchtmodule van zijn kant bestond dan weer uit vier pods met acht helikopterbladen die elk door een 26pk sterke elektromotor werden aangedreven. Een accu van 70kWh gaf de module een totaal vermogen van 214pk en een maximale luchtsnelheid van 120km/u. Maar hij geraakte wel hooguit 50km ver alvorens hij weer een kwartier aan de snellader moest. En als je op je bestemming aankwam, had je natuurlijk je rijdende basis niet mee. Of je moest er meerdere kopen…
Het project dat nochtans alle juiste buzzwoorden in z’n naam heeft, geraakt niet van de grond. Audi ‘herbekijkt’ nu z’n samenwerking met Airbus. Het blijkt toch een stuk ingewikkelder dan gedacht om de uiteenlopende technische eisen van het project met elkaar te verzoenen.
Een vliegende Porsche?
De Volkswagen-group geeft het vliegen intussen niet helemaal op. Het project van Audi is dan wel dood, maar vorige week pas, kondigde Porsche aan het met Boeing in zee ging voor de ontwikkeling van een vliegende auto.