Fabrikant van huishoud-elektronica Dyson bergt z’n plannen voor een elektrische auto op. Het bedrijf investeerde al 2,5 miljard pond in het product, maar oordeelt nu dat het niet rendabel gemaakt kan worden.
Al in 2017 kwam Dyson voor het eerst naar buiten met z’n plannen om een elektrische auto te ontwikkelen. Later werd gespecificeerd dat het om een elektrische cross-over zou gaan. Meer dan 500 personen werkten op het project. Het overgrote deel in het Verenigd Koninkrijk, al ging er ook een klein team aan de slag in Singapore. Daar zou het bedrijf tegen 2020 een nieuwe fabriek uit de grond stampen. Dat gaat niet door.
Technologie op andere vlakken bruikbaar
De huishoud-elektronicareus houdt ermee op. Het komt tot de conclusie dat z’n elektrische auto onmogelijk rendabel te maken is. Maar in een mededeling aan het personeel zegt James Dyson, de topman van het bedrijf dat zijn naam draagt, wel dat de ontwikkelingen het bedrijf naar nieuwe hoogten zullen stuwen. Dyson denkt de investeringen op vlak van solid state batterijen, sensortechologie, beeldanalyse, robotica en artificiële intelligentie op andere vlakken ten gelde te kunnen maken. Het is dat trouwens verplicht, zoniet moet het bedrijf die kosten afschrijven als verlies. Dat zou slecht in de boeken staan en fiscaal minder interessant zijn. De personeelsleden die zich met het elektrische auto-project bezig hielden, krijgen allemaal een andere rol binnen het bedrijf.
Geen overnemer
Dyson trachtte nog een overnemer voor het project te vinden, maar ook dat pad faalde. De fabrikant van dure stofzuigers blijkt niet in staat te zijn een goedkope EV te produceren.