De Renault-Nissan alliantie was er als de kippen bij om elektrische auto’s te introduceren. Té vroeg, volgens sommigen. Renault bracht onder meer de Fluence, Kangoo Z.E., Zoë en de kleine Twizy op de markt. Nissan een Leaf en een elektrische bestelwagen. Veel centen verdiende het merk niet aan de eerste generatie, maar het geloof in de elektrische auto is er sterker dan ooit.
Gevoelig duurder
Rond deze tijd introduceren de Fransen de tweede generatie van de Zoë - een elektrische auto van het formaat van de Clio. Relatief betaalbaar in z'n segment, maar dan nog zo’n 10.000 euro prijziger dan een compacte auto met een verbrandingsmotor. Wil je de batterij erbij kopen (in plaats van huren), dan begroot je best 30.000 euro.
Al ongeveer een decennium belooft de autosector meer betaalbare EV’s. Intussen zijn er wel prijsaanpassingen doorgevoerd. Niet zelden ter compensatie van het wegvallen van overheidssteun of fiscale gunstregimes. Maar betaalbaar is de elektrische auto nog steeds niet. Er wordt wél aan gewerkt.
Bestaat de goedkope EV al?
Renault-topman Thierry Bolloré wil een echt betaalbare elektrische auto op de markt brengen. Dat vertelde hij tegen Automotive News Europe. Sterker nog - eigenlijk hééft Renault die al. In China ging eerder deze maand de Renault City K-ZE in de verkoop. Een elektrische crossover met een 26,8kWh lithium-ion accu die een bescheiden elektromotor met 43pk en 125Nm aandrijft. Het rijbereik (volgens de NEDC-cyclus) bedraagt 270km. Maar z’n troefkaart is de prijs. De auto kost er omgerekend niet meer dan 7.800 euro.
Een elektrische Dacia
De City K-ZE is niet zonder meer naar Europa te halen. Het model zal aangepast moeten worden. Over de kostprijs en de slaagkansen daarvan buigt het merk zich nu. De Fransen zullen, wanneer de oefening haalbaar lijkt, ook moeten beslissen of ze hun elektrische budgetauto wel een ruit op de neus willen kleven. Een carrière bij budgetmerk Dacia ligt wellicht meer voor de hand.