In april was het al eens prijs. Toen ging zowat de complete Engelse auto-industrie een week lang op non-actief. Een Brexit was toen wel op het nippertje vermeden, maar alle voorbereidingen voor een week stilstand waren al getroffen. De sector kon niet meer terug.
Onvoorziene hindernissen
Dat omzeggens alle autoconstructeurs met fabrieken in Engeland ervoor kozen om een week de deuren te sluiten, heeft te maken met de mogelijke onvoorziene hindernissen die een constructeur voor de voeten gegooid worden. Land Rover heeft voor z’n fabrieken in Halewood, Castle Bromwich en Solihull en de motorfabriek in Wolverhampton bijvoorbeeld elke dag 20 miljoen onderdelen nodig. Vele daarvan komen van het continent en de sector, die geheel opereert via het ‘just in time’-principe, kan zich geen onderbrekingen permitteren. De kosten voor een collectieve sluiting van een week zijn aanzienlijk, maar wegen niet op tegen het laten opdraven van duizenden arbeidskrachten om die vervolgens niet aan het werk te kunnen houden.
Fabrieken sluiten begin november
Begin November gaan de faciliteiten van Jaguar, Land Rover en BMW voor een week dicht. Toyota sluit één dag. De sector drukt inmiddels nog maar eens op de mogelijk rampzalige gevolgen van een no-deal-Brexit voor de auto-industrie in het land. Erg veel indruk maakte dat overigens nog niet op de nog kakelverse Britse premier Boris Johnson. Die antwoordde zelfs doodleuk dat de baas van Jaguar - Land Rover niet noodzakelijk meer wist over de auto-industrie dan hijzelf.