De Defender en z’n directe voorvaders (de Series I, II en III) zijn al meer dan zeventig jaar de favoriet van avonturiers en expeditieleiders. En ook van landbouwers en bosbeheerders, bijvoorbeeld. Ze vonden de Defender fantastisch omdat hij uitzonderlijk capabel was, hij schier eindeloos meeging (het overgrote deel van alle gebouwde exemplaren rijdt nog rond) en zich niet liet vangen aan zaken die toch maar in de weg zaten. Een Defender hoort knoppen te hebben die je mét handschoenen kan indrukken en een interieur dat tegen een hogedrukreiniger kan. Maar hoe in hemelsnaam maak je daar een opvolger voor? Land Rover loopt inmiddels al bijna 10 jaar kakelend rond, maar nu legt het toch echt z’n ei. Dit is de nieuwe Defender.
Laat ons over het uiterlijk niet te veel uitweiden. Dat lekte inmiddels lang een breed. Dit is de essentie: hij komt in een korte versie die 90 heet en een lange variant die 110 heet. Voorheen stonden die cijfers voor de wielbasis in inches, maar nu staan ze nog louter voor ‘kort’ en ‘lang’. Er komt later overigens ook nog een 130…
Géén Spartaans werkpaard
Het kriebelde en jeukte bij Land Rover natuurlijk om van de Defender, in navolging van andere Land- en Range Rovers een hoogtechnologisch product te maken. En kijk - er is een elektronisch gestuurde luchtophanging die zichzelf constant aanpast en er is een hulpsysteem (terrain response) dat je bij het terreinrijden alle moeilijke beslissingen uit handen neemt. Schakelen gebeurt vanzelfsprekend door een automaat. Maar er blijft ook nog een versie met passieve schroefveren, gelukkig. Die kan echter niet profiteren van de beste terreineigenschappen. Die etaleert de versie met luchtophanging, want die kan zichzelf 14,5cm opkrikken en daardoor uitpakken met de beste op- vertrek- en overrijhoeken op terrein. Bestuurders kunnen zelfs kiezen uit drie verschillende instellingen voor gaspedaalrespons. Of individuele profielen opslaan. Stond de Defender voorheen altijd op 16” velgen, dan is hij er nu minstens met 18-duimers. Tot zelfs 22”!
Net zo belangrijk: je kan nog steeds prullen op het dak van de aluminium carrosserie steken (tot 168kg of 300kg statisch) en heel wat aan de trekhaak hangen (LR omschrijft dat als ‘tot 3,5 ton’).
Accesoires van Land Rover
Omheen de Defender vind je een complete biotoop. Honderden bedrijven en bedrijfjes die accessoires aanbieden. Expeditiemateriaal, alternatieve vormgeving, verlichting, terrein-upgrades, ladders om op het dak te klimmen. Enfin, je kan het zo gek niet bedenken. “Allemaal goed en wel”, moet Land Rover bedacht hebben, “maar we verdienen daar niets aan”. Daarom biedt het merk de populairste extra’s voortaan zelf aan.
Modern interieur
Het interieur ondergaat eveneens een ware revolutie. Bij de Defender was de introductie van een toerenteller ooit groot nieuws. Het leek bijna decadent. Ditmaal kan de Defender zowaar over twee geïntegreerde schermen beschikken. Digitale tellerpartij incluis. Daarop kan je vanzelfsprekend heel wat nuttige informatie over de nieuwe, slimme aandrijving te zien krijgen. Of zelfs door je motorkap heen kijken of je wielen precies goed staan op een hindernis. Je hebt voortaan ook recht op comfortabele zetels (optioneel met 3 zetels vooraan), een binnenruim dat stoer is, maar ook gestyled lijkt en toch haasten de Britten zich om te zeggen dat je het nog altijd gewoon kan afspoelen met de tuinslang.
Maatvoering
De Defender 110 meet van kop tot staart 5,01m (reservewiel incluis), heeft een wielbasis van 3,022m (2.587mm voor de 90) en kan zichzelf in de meest extreme gevallen 29,1cm boven de ondergrond verheffen. De grootste telg kan 5, 6 of 5+2 zitplaatsen bevatten, terwijl de ruimte achter de tweede zetelrij nog steeds 1.075 liter bedraagt (geladen tot aan het dak, of tot 2.380l met neergeklapte tweede zetelrij). De Defender 90 is niet langer dan een compacte gezins-hatchback, maar zal ook nog aan maximaal zes inzittenden plaats bieden.
Oprijhoek: 38°
Afrijhoek: 40°
Overrijhoek: 28° (31° voor Defender 90)
Doorwaadbare diepte: 90cm
Dakbelasting: 168kg
Maximaal sleepgewicht 3,5 ton
Maximaal laadvermogen 900kg (110 P400)
Onder de kap
Volgend jaar krijgt de Defender een plug-in-hybride aandrijfvariant. Tot dan is hij al in niet minder dan vier aandrijfversies te krijgen. En zelfs de instapmotor is nog steeds de helft krachtiger dan de enige motorvariant die de ‘oude’ Defender rijk was. Bij de lancering omvat het benzinegamma de P300 viercilinder en P400 zescilinder. Op dieselvlak zien we de D200. En D240, beiden viercilinders die zich volgens het merk tevreden stellen met een gemiddeld verbruik van 7,6l/100km en een CO2-uitstoot van gemiddeld slechts 199g/km. En ja, het cijfer staat wel degelijk voor het vermogen. Er is een Defender met 400pk!
En de prijs?
De Defender is meteen te bestellen. Een 90 is er vanaf 50.800 euro. Een 110 maakt je minstens 56.800 euro armer.