Toyota toont voor het eerst z’n nieuwe GA-B platform. Dat is het kleinste lid van de recente TNGA-onderstelarchitectuur. Die zal de basis vormen voor de volgende generatie van de Toyota Yaris, wellicht gebruikt worden voor een compacte SUV (onder de Toyota C-HR) en naar alle waarschijnlijkheid ook door Suzuki gebruikt worden, nu de banden tussen beide merken weer zijn aangehaald en nieuwe synergieën in de steigers staan. Het platform is modulair en kan voertuigen met een verschillende wielbasis, spoorbreedte en opbouw accomoderen.
Nieuwe Toyota’s lager en breder
GA-B moet op verschillende vlakken een verbetering betekenen ten aanzien van zijn voorganger. Zo garandeert het platform interessantere basisafmetingen. De voor- en achteroverhangen kunnen - als de designer dat wilt - compacte gehouden worden en het heuppunt van de passagiers kan eveneens lager ingebouwd worden. Dat maakt voertuigen mogelijk die breed en laag zijn. In de strijd om efficiëntie en een lage CO2-afgifte compenseert een constructeur groei in één richting immers graag in een andere richting. Nogal wat nieuwe hatchbacks zijn bijvoorbeeld wel breder dan hun voorganger om de inzittenden meer bruikbare centimeters toe te bedelen, maar ook lager om bij een gelijkaardig frontaal oppervlak uit te komen.
Meer rijpret
De aandacht van TNGA voor meer rijplezier - lange tijd een zwak punt van Toyota - is ook hier merkbaar. De structuur is een pak stijver dan de basis waarop de huidige Yaris gebouwd wordt. Daartoe is vooral gewerkt op de plooipunten en naden van de bodemgroep. Een McPherson voorophanging is standaard terwijl de fabrikant achteraan zowel een eenvoudige torsie-as als een meer gecompliceerde multilink-ophanging zal kunnen monteren. Tenslotte is ervoor gezorgd dat het bestuurdersstoel zich in de hoogte dichter bij het zwaartepunt van de auto bevindt en in de lengte aanschurkt bij het centrale punt in de auto. Dat zorgt ervoor dat de bestuurder ervan meer getrouwe feedback krijgt doorgeseind wat het vertrouwen in het voertuig versterkt.