Elektrische auto’s zullen in de toekomst een aanzienlijk deel van de modellenmix uitmaken. In Europa is dat eigenlijk een zekerheid. De toekomstige Europese normen laten immers geen ruimte voor een ander tracé. De meerderheid van de nieuwe auto’s moet over afzienbare tijd een dikke accu meesleuren. Alleen het formaat is nog onduidelijk. Groot (plug-in-hybrid) of groter (een volwaardige EV).

Liever geen elektrische auto

Europa en de autofabrikanten die er opereren wacht nog een zware taak. Zij moeten de elektrische auto immers aan de consument slijten. En die heeft een hoop redenen om de elektrische auto niet te willen. De prijs, vraagtekens bij de levenscyclus, de milieuvriendelijkheid, grillige belastingregels, nieuwe accijnzen op elektriciteit voor EV’s, logistieke problemen bij wat langere verplaatsingen… de lijst is lang. Volgens de Mobility Confidence Index, een studie van onderzoeksbureau J.D. Power, haalt nog steeds 45% van de automobilisten hun neus op voor de elektrische auto. En ook onder de 55% mensen die hun afkeer niet kenbaar maakten, zijn er mensen die hun neus nog ophalen voor elektrisch rijden.

Wantrouwen troef

De zelfrijdende auto, voorlopig nog toekomstmuziek, scoort nog slechter. Niet meer dan 36% van de mensen zegt in de toekomst ervan te geloven. De slechte score vloeit voort uit een gebrek aan technologisch vertrouwen. 71% van de consumenten maakte zich zorgen over eventuele technische storingen, 57% was bang dat ze konden worden gehacked en 55% maakte zich bedenkingen bij de aansprakelijkheid in geval van een ongeluk.

De resultaten liggen in lijn met die van eerder al uitgevoerd onderzoek. Daaruit bleek al dat de meeste mensen niet zitten te wachten op zelfrijdende auto’s. Ook jongeren niet.