Eerder dit jaar gingen een aantal Britse autofabrieken tijdelijk dicht omwille van de Brexit. Dat was een maatregel die de automerken bedachten om onvoorziene gevolgen in kaart te kunnen brengen. De Britten hadden immers geen precies protocol klaar voor douaneformaliteiten. Niet voor de noodzakelijke onderdelen die het land in moesten en evenmin voor afgewerkte auto’s die het land uit moesten. Die no-deal-Brexit werd op het laatste nippertje afgeblazen. Te laat om de geplande productieschorsing nog op te zeggen. Daarom zaten tienduizenden arbeiders een week thuis voor niets.
Sluiting dreigt
In oktober nadert er nog maar eens een nieuwe deadline en de auto-industrie seint alvast naar de nieuwe Britse premier Boris Johnsson door dat een herhaling van dat politieke geneuzel schadelijk is voor de economie. PSA-topman Carlos Tavares, die na de overname van Opel/Vauxhall de zeggenschap kreeg over de fabriek in Ellesmere Port, windt er tegen The Financial Times geen doekjes om. “Als er niet snel duidelijkheid komt over de procedures vanaf oktober, gaat de fabriek dicht”. PSA zou de productie van de Astra overheven naar een fabriek in Spanje. Het is vooral de onduidelijkheid over douaneprocedures die de topman hoog zit. “We moeten weten hoe dat zit. Al de rest regelen wij wel, maar we moeten weten hoe we producten binnen en buiten krijgen”. De fabriek in Ellesmore Port importeert driekwart van z’n onderdelen en 80 procent van de auto’s die er gebouwd worden, zijn bestemd voor export. Het voortbestaan van de fabriek hangt met andere woorden aan een zijden draadje.