In Noorwegen wordt de verkoop van benzine- en dieselvoertuigen vanaf 2025 verboden. In India, Costa Rica, Israël, Slovenië, Nederland, Denemarken en Zweden wordt een verbod op de verkoop ervan ingevoerd in 2030. Frankrijk en Spanje zullen conventionele verbrandingsmotoren op de lijst zetten in 2040. België heeft echter nog geen concrete plannen in die richting uitgesproken. En dat moet veranderen, vindt Greenpeace. De lobbygroep die ook tegen kernenergie is (en die letterlijk omschrijft als ‘hartstikke duur’), roept de Belgische overheid op om conventionele verbrandingsmotoren te verbieden vanaf 2028.
De ernst van de zaak
Volgens Joeri Thijs, de mobiliteitsexpert van Greenpeace ‘ziet België de ernst van de zaak niet in’. ‘CO2-uitstoot wordt voor liefst een kwart bepaald door het dagelijks gebruik van onze wagens. Om nog enige kans te hebben om de klimaatverplichtingen te halen, moet er een verbod op de verkoop van diesel- en benzinewagens komen tegen ten laatste 2028’
De organisatie ziet zich gesterkt door de kwakkelende autoverkoop in ons land. Die daalde dit jaar zo’n 5 procent en bewijst volgens de milieuvoorvechters dat de Belg zelf de ernst wel inziet.
Politiek ongemakkelijk
Greenpeace wil tenslotte dat nog veel meer Belgische steden snel werk maken van een lage-emissiezone. Antwerpen en Brussel hebben er al één (met verschillende normen nota bene) en Gent en Hasselt volgen snel. 'Onvoldoende en ze zijn ook lang niet streng genoeg', hoor je er.
Tegelijk heeft Greenpeace, dat de steun van de burger claimt, een probleem. De burger stemde bij de jongste verkiezingen immers niet in het voordeel van de lage-emissiezone. Groen is de enige pro-LEZ-partij (mét uitzonderingsmaatregel voor oldtimers nota bene) die winst kon boeken, zij het minder dan verwacht. In Vlaanderen zijn twee onverwachte winnaars van de verkiezingen, zowel de linkse PvdA als het rechtse Vlaams Belang dan weer tegen lage-emissiezones gekant.