De zelfrijdende auto. Autonome voertuigen. Auto’s waarin je geen bestuurders meer hebt, alleen maar passagiers. Instappen, tegen de stemherkenningssoftware zeggen waar je heen wil en al je tijd kunnen spenderen aan werk of ontspanning. Het komt. Daar laat de autosector geen twijfel over bestaan. Het moét komen. Want de sector heeft centen geroken. De auto als platform voor videostreaming of shopping. Inmiddels zijn er tientallen miljarden ingekropen. Maar hoe zit het nu met de voortgang van de zelfrijdende auto?
Veel beloven...
Het zal misschien verbazen, maar de zelfrijdende auto duikt inmiddels al 10 jaar op in de nieuwsrubriek van Auto55. Eén van de eerste concrete projecten kwam van Volvo. Dat werkte in 2009 aan een systeem dat auto’s in staat zou stellen om in een ‘treintje’ achter elkaar naar de bestemming te rijden. Door routes met andere auto’s uit te wisselen zouden Volvo’s zich kunnen groeperen achter één bestuurder. Alleen de eerste auto moest dan normaal bestuurd worden, de inzittenden van de andere auto’s zouden wat anders kunnen doen. Tot ze hun eigen weg moesten gaan. Het werkte in een testomgeving en vervolgens werd er niets meer van vernomen. Volvo was er nochtans zeker van: ‘binnen hoogstens een decennium is dit realiteit’. Ten laatste in 2019 dus. Heb je er al wat van gezien?
Wellicht werd het onderzoeksproject stopgezet. Nieuwe initiatieven worden altijd met veel poeha aangekondigd, maar afvoeren doen merken natuurlijk zonder zelf een piep te geven. Er was inmiddels immers een nieuwe toekomstvisie opgedoken. Vergeet het treintje. Elke auto kan gewoon zelf rijden. En dat zou snel gaan. Tesla kondigde in 2013 aan dat het nog hooguit drie jaar zou duren. Dat merk was zo optimistisch dat het een ‘autopilot’ lanceerde. Tot op heden blijkt dat een geavanceerde cruise-control te zijn. Niets minder, maar ook niets meer. Volvo kondigde in 2014 dan weer aan dat het in 2017 de eerste zelfrijdende auto’s - een optiepakket - in de catalogus zou hebben. En er waren er nog: Renault en Nissan mikten op 2020, bijvoorbeeld. Dat is volgend jaar!
Het waren ook lang niet alleen traditionele autobouwers die zich geroepen voelden. Ook technologiegiganten, Google en Apple voorop, wierpen zich in de strijd. Die kenden niets van auto’s, maar des te meer van software. Rittendienst Uber mengde zich ook in de strijd. De grootste kost voor dat bedrijf zijn immers de bestuurders. Als het daar nu eens vanaf kon geraken…
De deadlines zijn verstreken
Inmiddels zijn eerste deadlines verstreken. De jaren zijn voorbijgevlogen. De technologie ging vooruit. Auto’s kunnen filerijden, verkeersborden lezen, vertragen aan ronde punten, starten en stoppen als het verkeer rondom hen dat ook doet. Tenminste - de toppers. De Mercedes S-Klasses van deze wereld. Peperdure voertuigen propvol technologie, waarvan alleen al de boordcomputer meer rekencapaciteit heeft dan de Apollo-capsule die in 1969 Neil Armstrong en Edwin Aldrin afzette op de maan. Als de weg mee wil werken, kunnen ze het redelijk lang volhouden. Maar dan moeten de omstandigheden juist zijn. Want voorsorteren, een afslag nemen, over een kruispunt navigeren, de rand van de rijweg zien bij slecht weer… geen auto die het kan. En zo stilaan rijst de vraag: gaat dat ooit wel eens lukken?
Ontnuchtering
De sector lijkt immers wat gas terug te nemen. Behalve Tesla-topman Elon Musk. Die belooft tegen volgend jaar wel geheel zelfrijdende auto’s. Een nieuwe, speciaal daarvoor ontwikkelde chip gaat door voor ei van Columbus. Dan zal het plots wel lukken. Musk heeft het inmiddels al vijf jaar aan een stuk over ‘volgend jaar’. Wie weet is het ditmaal wel waar.
Ja hoor, we hebben hier bij Auto55 al met zelfrijdende auto’s gereden. Best indrukwekkend. Maar het was altijd in gecontroleerde omstandigheden. Op de achterbank: ingenieurs met de laptop open. De praktijk kennen we ook. Neem iets eenvoudigs, maar cruciaals. Hoe hard mag je? Geen nieuwe auto die na 10 kilometer niet eens de mist in gaat. Die op de snelweg plots denkt dat je 70 mag. Of andersom. Als dat al niet lukt…
Nervositeit
Elders in de sector merk je ook nervositeit. Volgend jaar een zelfrijdende Renault of Nissan? Ga weg. Je hoort almaar minder concrete data. De hindernissen blijken veel groter te zijn dan verwacht. De kosten swingen de pan uit. Volkswagen en Ford besloten hun inspanningen op dat vlak samen te voegen. Het wordt onbetaalbaar. Ford stelde z’n verwachtingen voor de ‘voorzienbare toekomst’ inmiddels bij. Van autonoom rijdende auto’s op niveau 5 (altijd geheel zelfrijdend) naar niveau 4 (in bepaalde omstandigheden zelfrijdend). Hyundai, Amazon en Google groeperen hun miljarden ook. Ook daar is de doelstelling nu niveau 4. Technologiegigant Apple, waarvan lange tijd zelfs werd gefluisterd dat die met een eigen auto op de markt wou komen, heeft z’n afdeling voor autonome voertuigtechnologie zelfs gevoelig afgeslankt. Begin 2019 werden zo’n 200 ingenieurs ervan toegewezen aan andere afdelingen. Missie volbracht misschien? Bijlange niet. “Er zijn andere prioriteiten”.