Waarom bij Porsche de sleutel links zit

Vergroot foto
Door: BV 23-06-2019

Wanneer je een auto ontwerpt, ontwikkelt en bouwt, moet je werkelijk aan alles denken. Elementen duiken niet spontaan op. Hun plaatsing is - zo mag je toch hopen - niet toevallig. Neem nu de autosleutel of (in recentere tijden) de startknop. Die zit bijna altijd rechts van het stuur. Er zijn immers meer mensen die rechtshandig zijn dan linkshandig.

Maar die autosleutel zit niet altijd rechts. Neem nu Saab, waar hij in de middentunnel werd ondergebracht. Bij de voorloper van de Defender zat hij in het midden, maar bij de laatste uitvoeringen zat hij links van het stuur. Aan de buitenkant. Behalve voor de Britten want Land Rover gebruikte precies dezelfde eenheid en die hadden de sleutel dus (links) aan de binnenkant van de auto zitten.

Porsche koos bewust voor een sleutel aan de linkerkant van het stuurwiel. Daar had het een goede reden voor. Maar welke?

Le Mans Start

De eerste Porsches waren gebaseerd op de Volkswagen Kever. Maar die had z’n contactslot altijd al rechts van het stuur zitten. Porsche verschoof dat dus bewust naar de linkerzijde.

Het merk had al van meet af aan ambities in de autosport. De eerste modellen waren dan misschien niet de krachtigste van allemaal - ze waren licht, wendbaar en robuust. Een ideaal recept om tijdens tal van wedstrijden te strijden voor een plek op het podium. En zoals steeds, was tijd van belang. Elke seconde telt.

De linkse opstelling van de sleutel bij Porsche vind z’n oorsprong in een inmiddels in onbruik geraakte startprocedure. Nogal wat wedstrijden werden immers niet gestart achter het stuur van de auto. In plaats daarvan stond de piloot aan de overzijde van het circuit. Hij moest eerst oversteken, zich in de auto murwen en vervolgens zo snel mogelijk starten en weg zijn. Zit de sleutel of de startknop rechts van het stuur, dan moet je met dezelfde hand starten én een versnelling selecteren. Door het contactslot naar links te verplaatsen, kunnen beide tegelijk gebeuren. Daarmee worden kostbare tienden gewonnen. En Porsche had dat in de smiezen. Onder meer de 24-uurs-race van Le Mans werd op die manier gestart. Vandaar de naam: een Le Mans-start.

Jacky Ickx maakte er en eind aan

Het was bijzonder amusant om zien, maar het had flink wat nadelen. Vooral voor de piloten. Die moesten natuurlijk zo snel mogelijk weg zien te komen. Daardoor deden ze hun gordel al rijdend aan. Maar zo’n start is chaotisch. Net daar heb je die extra bescherming nodig want er liep vaak wat mis.

De piloten waren al lang geen voorstander meer van een Le Mans-start. Racen op het scherp van de snee, ja, maar in jaren zestig was al lang duidelijk dat het risico niet in verhouding stond met de amusementswaarde. Wedstrijdorganisaties zoals die van de 24h van Le Mans hielden echter vaak halsstarrig vast aan hun tradities. In 1969 was onze eigen Jacky Ickx het aan de start in Le Mans zo beu dat hij ostentatief traag naar z’n auto wandelde en zich eerst deftig in z’n Ford GT40 installeerde. Hij ging als laatste over de startlijn.

24 uren later viel het zwart-wit-geblokt voor Jacky Ickx. Hij had Le Mans gewonnen in z’n Ford GT40, ondanks z’n slenterstart. Twee tellen voorsprong had hij, op een Porsche. Hij had z’n punt gemaakt. In 1970 moest er niet meer gelopen worden, maar zaten de piloten van meet af aan strak in hun veiligheidsharnas. Maar de sleutel (of de startschakelaar) bij Porsche zit nog steeds links.

Geef commentaar
comments by Disqus