Dat we in België plots collectief een hekel lijken te hebben aan diesels, is schijnbaar nog niet tot de Audi-top doorgedrongen. Na de S6 en S7 ruilen nu ook de Audi S5 en S5 Sportback hun benzinemotor voor een drieliter diesel.
Hinken
Europa hinkt, op z’n zachtst gezegd, op twee benen. Enerzijds worden diesels verkettert om hun hoge fijnstofuitstoot. Dat de strengste normen op vlak van NOx precies identiek zijn aan die van rechtstreeks ingespoten benzines (die geen kritiek lijken te moeten slikken) wordt handig vergeten. Tegelijk wil Europa dat de CO2-uitstoot drastisch naar omlaag gaat. En diesels stoten nu eenmaal minder van dat gas (dat dan weer in verband wordt gebracht met de opwarming) uit.
De rationele keuze?
Audi kiest voor de lagere CO2-afgifte van een diesel. Bij ons tenminste, want op andere continenten blijft de S5 benzine door z’n cilinders pompen. De zescilinder zelfontbrander levert 347pk en 700Nm en wordt gecombineerd met een zogeheten mild-hybridesysteem dat op 48V werkt. Daarmee kan de S5 energie recupereren en de motor wat vaker stilleggen. De stroom wordt ook gebruikt om een elektrische compressor aan te jagen voor een snellere respons. De opgegeven CO2-afgifte (nog volgens de NEDC-richtlijn en niet volgens de nieuwe WLTP) bedraagt amper 161g/km.
Toch nog snel
Allemaal goed en wel, maar hoe snel is de S5-met-diesel nu precies? Want terwijl je van veel auto’s kan claimen dat de prestaties lang niet zo belangrijk zijn, moet een Audi-met-S zichzelf toch echt bewijzen. De topsnelheid is - voorspelbaar genoeg - steevast afgeregeld op 250km/u. En het sprintje? Dat gaat in 4,8 tellen in het geval van de S5 en in 4,9 seconden bij de S5 Sportback. Net iets sneller dan de S6/S7.