Toen de Ford Ka uit productie ging had het merk met het Blauwe Ovaal geen echte opvolger klaar. In plaats daarvan introduceerde het merk uiteindelijk de Ka+. Oorspronkelijk ontwikkeld voor meer ontluikende markten, maar met z’n guitige uiterlijk zou die ook bij ons verkoopbaar zijn. Een echt succes werd het niet. En nu zwaait ook deze Ford met het handje. In september stopt de productie van de Ford Ka+ voor Europa. Dan kan een klant alleen nog een exemplaar uit voorraad krijgen, zolang die strekt.
CO2-slachtoffer
We zegden het eerder al: de kleinste autootjes (die nochtans tot de zuinigste behoren) worden het eerste slachtoffer van de CO2-oorlog. Niet omdat ze momenteel dorstiger zijn dan grotere modellen - natuurlijk niet. Maar wel omdat die modellen, het is het goedkoopste marktsegment, niet op een competitieve manier aan de almaar strengere CO2-regels kunnen voldoen. De technologische kost is te hoog in vergelijking met de prijs van de auto. Daardoor worden de modelletjes onrealistisch duur.
Ford haalt aan dat de Ka+ vanaf 2020 fiscaal geviseerd zal worden, waardoor het product minder aantrekkelijk wordt. Bovendien zou de auto de gemiddelde CO2-uitstoot van het merk de hoogte in jagen. Daarom zal de Fiësta de rol van kleinste en voordeligste Ford overnemen.
Autorijden wordt iets voor de elite
Het juk van de CO2-uitstoot rust natuurlijk niet louter op Ford. Alle automerken hebben eronder te lijden. De beslissing van Ford is dus in geen geval een alleenstaand geval. Eerder al trokken PSA en Toyota de leefbaarheid van hun kleinste modellen, de Peugeot 108, Citroën C1 en Toyota Aygo, om dezelfde reden in twijfel. Merken die wel hun populaire instappers willen behouden, zullen haast verplicht zijn om die te compenseren met de verkoop van elektrische auto’s. De marketingmachine warmt al op, want of het nu waar is of niet, we zullen de EV allemaal schitterend moeten vinden.
Klanten die zich voorheen uit wil of noodzaak bedienden in het instapsegment zullen noodgedwongen vaker moeten uitwijken naar een tweedehandswagen. Ook geen evidente zaak, want door toekomstige gebruiksbeperkingen (Lage Emissiezones en een grote politieke wispelturigheid omtrend toekomstig autogebruik), is niet duidelijk hoe lang die bruikbaar zullen zijn. En zo wordt autorijden toch weer meer iets voor de elite.