Almaar meer merken stappen af van grote motoren. Nogal wiedes. Ze zijn een strop rond de nek van automerken die ze willen aanbieden. Die zijn immers verplicht om de gemiddelde uitstoot van hun vloot (op basis van verkoopsscijfers) naar omlaag te halen. Almaar verder. Tenminste, bij ons.
BMW heeft nog een twaalfpitter in de 7-Serie zitten. Een 6-liter V12 die uitblinkt in souplesse, kracht en stilte. En die nog nét aan de heersende emissienormen voldoet. De motor zit op de wip, natuurlijk. In een interview met Top Gear liet Michael Bayer, de verantwoordelijke voor de aandrijflijn van de Siebener, weten dat het ‘uitermate moeilijk’ wordt om de motor na 2023 (wanneer de huidige 7 met pensioen gaat) nog te laten voldoen aan de uitstooteisen.
De fabriek draait op volle toeren
“het merk bouwt zo veel twaalfcilinders als het kan”Maar tot 2023 blijft de motor in elk geval. Waarom? Omdat hij gaat als zoete koek. Niet bij ons, waar we met klimaatmarsen en een bedenkelijke toekomstige mobiliteit (de peperdure elektrische auto wordt de Europeaan door de strot geramd) denken de planeet te zullen redden. Maar in China en het Midden-Oosten wordt de twaalfcilinder vaak verkocht. BMW was zelfs verrast door de vraag. Sinds de nieuwe 7-Reeks bouwt het merk zo veel twaalfcilinders als het kan en is het is nauwelijks voldoende.
Sinds de facelift, waarin de grootste BMW nog maar eens een dikkere neus opgezet kreeg, is de M760Li overigens niet meer de krachtigste uit het gamma. Dat is nu een achtcilinder. De 6-liter kreeg immers partikelfilters in de uitlaat waardoor het vermogen daalde van iets meer dan 600pk naar 577pk.