Ford heeft, zo lijkt het wel, voor een pragmatisch Europees productoffensief gekozen. Het aantal modellen wordt uitgedund. Er wordt minder in nieuwe producten geïnvesteerd, maar alles wat ook maar een beetje kan helpen in het terugdringen van de CO2-uitstoot van het vlootgemiddelde (wat de komende jaren weerom drastisch omlaag moet van de EU) lijkt de oversteek te zullen maken. In de VS heeft Ford een stekkerhybride-versie van de gigantische Explorer klaar. Die heeft een gemiddelde CO2-afgifte van 78g/km. Dus hey, die kan best ook in Europa in de showroom.
Gigantisch
De Explorer is een gigant. Niet alleen omwille van z’n koetswerk (meer dan 5m lang, 2m breder en bijna 2m hoog) of z’n drie zetelrijen. En evenmin omwille van z’n tot ruim 2.000l uit te breiden koffervolume. Ook onder de kap is hij weinig bescheiden. Daar zit een 3-liter EcoBoost V6 benzinemotor (met turbo uiteraard) die 350pk opwekt. De elektromotor doet er nog eens 100pk bij en samen voeden ze ook nog eens 840Nm aan de tientrapsautomaat.
Een stekkerhybride zonder het voordeel
Eigenlijk is de accu volgens de nieuwe normen voor stekkerhybrides te klein. Met 13,1kWh in een lithium-ion-accu kan je niet verder rijden dan 40km. Vrijstelling van wegentaks of BIV staat dus niet in de sterren geschreven, maar met een (papieren) gemiddeld verbruik van 3,4l/100km kan je de taks al aardig temperen.
Hoewel Ford al meteen duidelijk maakt dat er behalve het standaard uiterlijk ook gekozen kan worden voor een sjieke Platinum-afwerking of een sportieve ST-line, wordt nog even niet gesproken over prestaties. Vierwielaandrijving, verschillende rijprogramma’s en een al bij al bescheiden sleepgewicht van 2,5 ton. Zo veel wijzer worden we wel. Prijzen misschien? Neen, die krijgen we pas dichter bij z’n lanceerdatum te horen.
