Als alles goed is krijgen we dit jaar een nieuwe Defender achter de kiezen. Een model waar door erg verschillende klantengroepen met evenveel ongeduld als argwaan naar wordt uitgekeken. Zal Land Rover de Defender net zo robuust, veelzijdig en eenvoudig houden als weleer?
Hoe stoer wordt de nieuwe Defender
De eerste spionagebeelden voeden de ongerustheid van gebruikers die voor de Land Rover kozen omwille van utilitaire redenen. Zal je z’n interieur nog wel kunnen afspuiten met de hogedrukreiniger nadat je er schapen in vervoerde? Zal je hem nog net zo gemakkelijk kunnen voorzien van een winch en een verhogingsset of zal Land Rover hem door een luchtophanging te monteren voor heel wat liefhebbers onbruikbaar maken?
We schreven het hier op Auto55 al meermaals: de eerste poging - de DC100 - was een misser. Te gesofisticeerd, te trendy. Land Rover stuurde daarop het concept bij, maar in welke mate is onbekend. Voorlopig lijkt het erop dat de nieuwe Defender wanneer die later dit jaar wordt voorgesteld, meer weg zal hebben van de hoekige, vorige generatie Discovery, dan van een vijftig jaar oud terreinbeest met minimale technologie.
Een utilitaire terreinwagen
Dat het verdwijnen van de oer-Defender een leemte in de markt achterlaat, lijkt nu al vast te staan. Maar de Britse chemiegigant Ineos die recent nog in het nieuws kwam omwille van z’n miljardeninvestering op Linkeroever in Antwerpen, wil het gaatje opvullen. Daar wordt al een hele tijd aan een door de Defender geïnspireerde terreinwagen gewerkt, onder de naam Project Grenadier. Een werktitel, vernoemd naar de kroeg waar z’n steenrijke eigenaar (en Defender-liefhebber) op de idee kwam om er iets mee te doen.
Inmiddels krijgt Project Grenadier vorm. Niet in de letterlijke zin, maar dan toch in de figuurlijke. In Wales is er een fabriek voor aangekocht en de eerste details komen inmiddels bovendrijven. Het nieuw opgerichte Ineos Automotive nam immers MBtech, een bedrijf dat gedeeltelijk in handen is van Mercedes-eigenaar Daimler, onder de arm om de ruige 4x4 mee te ontwikkelen. Daar koos men inmiddels voor BMW-motoren. Die zullen in de lengterichting in het chassis ingebouwd worden en gekoppeld worden aan een vierwielaandrijving die liever de achterwielen dan de voorwielen bedient. Er is sprake van een rigide ladderchassis, gecombineerd met een koets in aluminium.
Ineos wil z’n werkpaard in eerste instantie in Europa, Australië en Afrika aan de man brengen, maar het lonkt ook naar de Amerikaanse markt. De doelstelling is om jaarlijks 25.000 tot 30.000 auto’s aan de man te brengen.