Begin deze maand paste Tesla plots fors z’n prijzen aan. Sommige modellen werden in één klap tot wel € 50.000 goedkoper. Zo zeer zelfs dat er meteen occasies te koop stonden die meer kostten dan een gloednieuw exemplaar. Wie in die situatie zit, is er wellicht nog niet van bekomen. Maar de consument die een Tesla overweegt, die ziet het graag gebeuren. En toch, zo laat de Duitse economische inspectie weten, gedraagt de Amerikaanse fabrikant van elektrische auto’s zich misleidend.

Stiekem de prijs opdrijven

In principe moet je, bij ons net als in de meeste andere Europese landen, duidelijk communiceren over de prijs van je producten. Iets waar automerken overigens hoe langer hoe meer een loopje mee nemen. Ze doen dat door in online configuratiemodules - tegenwoordig cruciaal - stiekem extra’s aan te vinken. Of door je te laten betalen voor zaken die je eigenlijk als onderdeel van de prijs verwacht. De wettelijk verplichte kit, met een brandblusser bijvoorbeeld. Tot voor enkele jaren kreeg je die automatisch. Niet onlogisch, want zonder mag je tenslotte niet de baan op. Tegenwoordig kost je dat bij heel wat merken extra. Het hoeft niet duur te zijn. € 40 per auto (zoals bij Hyundai bijvoorbeeld) maakt op meer dan een half miljoen nieuwe auto’s (zo ongeveer het jaarlijkse verkoopvolume in ons land) al een verschil van zo maar eventjes € 20 miljoen.

Kosten waar je niet omheen kan

De verschillende automerken staan ook te trappelen om je een afleverkost aan te rekenen. Natuurlijk weet een automerk dat het die auto moet leveren, als je die bestelt, en kan het precies inschatten waarheen. Sterker nog - je kàn een auto niet krijgen voor de prijs zonder levering. Dat is nogal logisch. Die praktijk is in sommige Europese landen, waaronder Nederland, al goed ingeburgerd. Bij ons is het slechts een klein deeltje van de merken dat zich eraan waagt. Vooral omdat onze economische inspectie kan eisen dat je een auto meekrijgt voor de geafficheerde prijs zonder extra’s. Lukt dat niet, dan biedt het merk iets te koop aan dat het niet kan leveren - en daar zijn in ons land precedenten voor. Met andere woorden - je kan de levering van een auto zonder afleverkosten misschien wel afdwingen.

Besparing in de geafficheerde prijs inrekenen

Tesla is één van de weinige uitzonderingen. Dat rekent bij elke auto een ‘gereguleerde bestemmings- en documentatievergoeding’ van € 980 aan. Tegenwoordig telt het merk die wél bij de geafficheerde vanafprijs. Maar Tesla gaat wat dat betreft nog altijd niet vrijuit. Het bedrijf heeft immers de gewoonte om ook een prijs te afficheren die rekening houdt met besparingen in brandstofverbruik en wegbelasting. Daardoor lijkt de prijs lager dan hij eigenlijk is. In ons land leidde dat nog niet tot sancties, maar de Duitse overheid oordeelt nu alvast dat die praktijk misleidend is. Te meer omdat je feitelijke besparing niet zomaar forfaitair kan berekend worden, maar erg afhankelijk is van de auto waar je mee vergelijkt.

Tesla krijgt tot 20 maart om z’n communicatie en website aan te passen. Doet het dat niet, dan kan het maar beter z’n chequeboek boven halen. Er is geen enkele indicatie dat de aanpassingen bij ons ook doorgevoerd zullen worden.