Halverwege de jaren zestig kon je met een beperkt budget moeilijk meer automobiele pret beleven dan met een duinbuggy. Goedkope, simpele en makkelijk te vertimmeren VW Kevertjes stonden met plezier hun organen af voor dat vertier. Dik anderhalf decennium was de Buggy een ding, alvorens stilaan weg te deemsteren. Maar de Duitsers vinden dat het tijd is voor een comeback. Deze I.D. Buggy op het Autosalon van Genève kan je moeilijk anders interpreteren.
Minimalistisch
De I.D. Buggy heeft helemaal geen deuren, een minimalistisch interieur en instrumentarium en in het beste geval een dakje dat je op je plaats moet knutselen. Het zal nauwelijks meer bescherming bieden dan een paraplu. En dat is natuurlijk het hele punt.
De originele Dune Buggy’s, zoals de Meyers Manx uit 1964, waren opvallend capabel op een losse ondergrond. Daar hadden de dikke banden en het lage gewicht heel wat mee te zien. VW wil nu in elk geval niet onderdoen. Het monteert 18-duims wielen die verpakt zijn in BF Goodrich All-Terrain-banden (achteraan groter dan vooraan). Een bodemplaat over de ganse lengte beschermd de technologie en in de bumper zitten twee trekhaken - mocht het toch mis lopen.
Elektrisch, natuurlijk
VW wil eigenlijk vooral aantonen hoe flexibel z’n elektrische architectuur wel is. Onder deze I.D. Buggy zit dezelfde mechaniek als binnenkort in het elektrische gamma van het merk terug te vinden is. Hier zorgt het voor een rijbereik van net geen 250km, maar je hebt wel 201pk en 350Nm ter beschikking. Door z’n gewicht is hij misschien wat minder geschikt voor het strand, maar met vierwielaandrijving en een riante bodemvrijheid maakt hij dat wellicht goed op ander terrein.
Helaas, het is slechts een concept car, en we zien de nuchtere Duitsers echt niet beslissen tot serieproductie over te gaan.