Het is een selectie van enkele tientallen journalisten die de Auto van het Jaar kiest. Hooguit een paar per land zijn het er. In de marge van het Autosalon van Genève stellen ze elk jaar hun geprefereerde model voor. Betaalbaarheid is daarbij niet altijd een criterium. In het verleden bewees de organisatie al meermaals hun voorliefde voor innovatie. Zo zeer zelfs dat de eerste Nissan Leaf de titel kreeg, ook al was dat in strijd met de eigen regels van de organisatie (die dicteren dat er een minimum aantal voertuigen gebouwd moeten zijn).
I-Pace is Car of The Year
Dit jaar is het weer prijs. Het is de Jaguar I-Pace (zie test hier) die als geprefereerd vervoersmiddel naar voren komt. Dat de klanten van de auto deze winter steen en been klaagden over het rijbereik van de elektrische Jaguar, zal de heren worst wezen. Alhoewel… de I-Pace won maar nipt. Héél nipt.
Pluim voor Alpine A110
De Brit kreeg immers felle competitie uit Franse hoek. Van de Alpine A110 (zie test hier). De twee auto’s scoorden een gelijk aantal punten. Dat ex equo noopte de organisatie om te gaan kijken naar het aantal juryleden dat de modellen in kwestie op de eerste plaats had gezet. In 18 gevallen was dat de Brit. De creatie van Renault prijkt maar bij 16 juryleden helemaal bovenaan. Die verhuist daarom naar de tweede plaats, met de kleinst mogelijke marge.
Op het laagste ereschavot, tenslotte, staat de jongste uitgave van de Kia Ceed.