Jaguar introduceerde de XE in 2014. Het was de eerste kleine Jaguar sinds het staken van de productie van de X-Type. Een auto waar de Britten liever niet meer naar verwijzen. Inmiddels is de XE vijf jaar op de markt en dat betekent dat een opfrisbeurt zich opdrong.

Nip & tuck

Het uiterlijk van de XE leek de tijd goed te doorstaan. Aan de buitenzijde gaat de facelift dan ook niet verder dan de traditionele items. Er zijn nieuwe kleuren en velgen, de lichten zijn zowle voor- als achteraan nieuw, de grille is onder handen genomen en er zijn nieuwe bumpers. Daarin heb je twee smaakjes - wat sportiever aan de ene kant en wat eleganter aan de andere zijde. Bij de R-Line zijn nogal wat exterieurkenmerken geïnspireerd op vliegtuigvleugeltjes. De koplampen en achterlichten maken voortaan uitsluitend gebruik van LEDs, ongeacht welke koetswerklijn wordt gekozen.

Op strooptocht bij Jaguar F-Type en I-Pace

Het interieur is dan weer helemaal nieuw, zo zegt Jaguar. Bijna alle materialen moeten er zacht aanvoelen en er moet meer ruimte zijn om spullen op te bergen. De versnellingspook en de selectieschakelaar in de hertekende middenconsole zijn allebei geadopteerd uit de F-Type. Er wordt ook één en ander bij de elektrische I-Pace gekaapt. Daarvan komt onder meer het nieuwe infotainmentsysteem dat twee naadloos geïntegreerde aanraakgevoelige schermen met hoge resolutie omvat en het stuur.

De achteruitkijkspiegel ‘ClearSight’ is ook wat speciaals. Op de binnenspiegel zie je immers wat een camera achteraan registreert. En dat betekent dat je niet gehinderd wordt door passagiers of slecht weer.

Onderstel en motoren

De structuur van de XE bestaat voor liefst 75% uit aluminium en profiteert nog steeds van de gesofisticeerde ophanging die vooraan dubbele Wishbones en achteraan een multilink-ophanging omvat. Een automatische transmissie is voortaan standaard. De zescilinder waar je de XE oorspronkelijk nog mee kon krijgen is al lang geofferd op het altaar van de CO2-uitstoot. Elke motor heeft nu vier cilinder en twee liter inhoud. Twee ervan verbranden benzine, één diesel. Die laatste is 180pk en 430Nm sterk en verbruikt niet meer dan 4,9l/100km. De benzines verruimen het spectrum. Een versie met 250pk is de instapper en de topper is zelfs 300pk sterk. Vierwielaandrijving helpt die variant aan een acceleratietijd naar 100km/u van 5,7 seconden.

Prijzen zijn er ook al - de vanafprijs in ons land bedraagt € 42.890.