Op het Autosalon van Genève zal Ford de nieuwe Focus ST in het voetlicht rijden. Wat je moet weten: hij is er met twee motoren, in twee koetswerkvarianten (vijfdeurs en break) en hij is sneller dan z’n voorganger.

Krachtiger dan tevoren

De benzinevariant dumpt de 2-liter turbomotor ten voordele van de 2,3l. Ook een viercilinder, gekend uit onder meer de Ford Mustang (zie test hier). Die levert 12% meer vermogen en 17% meer trekkracht dan de motor die hem in de vorige generatie vooraf ging. Je krijgt een reserve van 280pk en 420Nm onder het gaspedaal.

Optie twee is een tweeliter dieselcentrale. Die wekt ook al 190pk en 400Nm op. Een krachtiger diesel vond z’n weg nog niet eerder naar een focus. Beide centrales worden standaard gekoppeld aan een handbediende zesbak en een optionele zeventrapsautomaat. De snelste van de twee heeft niet eens 6 seconden nodig om zich naar 100km/u te reppen. Het vermogen gaat naar de voorwielen, maar een elektrisch limited-slip-differentieel moet ervoor zorgen dat je zoveel mogelijk van dat geweld omzet in beweging in plaats van bandenrook.

Instelbare demping

Het onderstel en de aandrijflijn zijn met nogal wat slimme snufjes verfijnd. Zo houdt de elektronica (afhankelijk van de gekozen rijmodus) de turbo’s opgespoeld om sneller te reageren wanneer je de gas beroert. De centrale geeft ook automatisch tussengas en je hebt een ophanging met elektronisch gestuurde dempers die je laten kiezen hoe hard je je ruggengraat wil straffen.

Al het bovenstaande gaat, vanzelfsprekend, gepaard met de nodige opsmuk en aankleding. Recaro sportmeubilair, wat sportieve sierlijsten, contraststiksels en een setje scherp gelijnde bumpers.