Het is al lang geen geheim meer dat het slecht gaat met Jaguar Land Rover. Dat komt omdat de twee merken van het bedrijf toevallig in de hoek van de markt zitten waar klappen vallen. Diesels zijn in Europa almaar moeilijker aan de man te brengen en internationaal (lees: in China) valt de consumptie van luxegoederen terug. Tenslotte is er nog de Brexit, met een hoop moeilijk te voorspellen gevolgen - allemaal negatief - die als een zwaard van Damocles boven de Britse autofabrikanten hangt.
Miljardenverlies is erger dan het lijkt
Tijdens de laatste drie maanden van 2018 noteerden de Britten een verlies van niet minder dan 3,4 miljard pond. Maar gelukkig verdween dat niet allemaal van de rekening van het bedrijf. Het overgrote deel, 3,1 miljard pond, werd boekhoudkundig afgeschreven. Het zijn hoofdzakelijk investeringen die naar alle waarschijnlijkheid niet zullen renderen. Door ze in één keer af te schrijven, bijt Jaguar Land Rover door de bittere pil heen. Het keldert de cijfers voor 2018, maar het verhoogt de kansen op een beter boekhoudkundig resultaat in 2019.
Operationeel verlies
Daarnaast leed JLR ook operationeel verlies. Dat is problematischer, ook al gaat het om ‘slechts’ 273 miljoen pond. Om het bloeden van cash te stelpen, kondigden de Britten al een verregaande herstructurering aan. Eerder dit jaar wees het bedrijf al 4.500 arbeiders de deur. Moederbedrijf Tata verklaarde inmiddels nog dat het z’n vertrouwen in z’n twee Britse luxemerken niet kwijt raakt.