Niet eens een jaar geleden stelde Land Rover op het Autosalon van Genève de Range Rover SV Coupé voor. Een creatie die ondanks z’n riante afmetingen opvallend elegant was. Het was immers, in essentie, een Range Rover Coupé. Daarmee werd ook meteen geknipoogd naar het verleden. De originele Range Rover werd immers in 1970 als tweedeurs in productie genomen. Een Range Rover met vier deuren bestaat nog maar sinds 1981.
Luxueus interieur
In het interieur werd nog veel rianter gebruik gemaakt van luxueuze materialen, de stikmachines draaiden overuren, hij rustte op 23” lichtmetaal, had maar twee deuren en een aflopende daklijn. Onder de kap zat een behoorlijk onbescheiden 5-liter V8 met compressor die 565pk ter beschikking stelde. Daarmee kon de mastodont tot 265km/u snel zijn en al 5,2 tellen na vertrek 100km/u rijden.
Zo duur als een Bentayga, maar een pak exclusiever
En het beste van al? Land Rover zou hem gewoon bouwen. Via het ‘Special Vehicles’ departement (vandaar de SV in de benaming) zouden niet meer dan 999 stuks het levenslicht zien. Had je meteen een excuus om die Bentley Bentayga links te laten liggen. Elk exemplaar moest minstens € 250.000 opbrengen. De orderboeken werden geopend, de voorschotten geïncasseerd. Maar de SV Coupé komt niet. De Britten hebben zich bedacht.
Land Rover verklaart dat het “z’n inspanningen concentreert op de ontwikkeling van een nieuwe generatie auto’s”. Het wordt niet gezegd, maar de belabberde financiële toestand van het bedrijf en de dreigende (onvoorspelbare) gevolgen van de nakende Brexit zullen er ook wel iets mee te maken hebben.