De Europese Volkswagen Passat is één van de talloze producten (het zijn er al meer dan 30!) baseert op het MQB-onderstel. Aan de andere kant van de grote plas, in de VS, rijdt ook een Passat rond. Ooit was die identiek aan de onze. Inmiddels niet meer. Op het Autosalon van Detroit stelden de Duitsers een nieuwe uitgave van de sedan voor.
Weinig gemeenschappelijk met Europese Passat
Ginds heeft de Passat z’n eigen, unieke bodemgroep. Die is relatief eenvoudig. Sedans aldaar zijn zo. Ze kosten er ook minder dan bij ons. Je koopt er een ongescheiden vierdeurs voor de prijs van een compacte hatchback in Europa. Een aan dat onderstel wijzigt VW niets. Al het plaatwerk dat eromheen zit, wel. Daarin slopen nu veel meer invloeden van de VW Arteon. Tot aan een meer aflopende daklijn toe. Aan de motoren aldaar veranderde ook niet veel, maar ze worden wel wat krachtiger. Elke Passat wordt er met een tweeliter viercilinder geleverd. Op benzine vanzelfsprekend. Altijd in combinatie met een zestrapsautomaat en voorwielaandrijving. 174pk sterk is die. Over diesel spreekt VW er niet meer.
Hard plastic, maar veel ruimte
De Amerikaan wordt vergast op de nodige portie bling met velgen tussen 17 en 19 inch diameter en lichtunits voor en achter die intensief van LEDs gebruik maken. Het ontbreekt hem ook niet aan snufjes. Een infotainment met Apple CarPlay en Android Auto, er is navigatie met stembediening, de airco heeft twee temperatuurszones en zetels zijn voor- en achter verwarmd. De materiaalkeuze - daar is de Amerikaan minder kritisch voor. We zien daarom bedieningselementen en wijzerplaten die VW bij ons inmiddels verving door fijner materiaal. En net als in de VW Atlas, de grote SUV die evenmin naar Europa komt, zijn de meeste kunststoffen eenvoudig hard plastic.