Na enkele vette jaren, is het rendement bij Jaguar Land Rover weer erg mager geworden. Daar kunnen de merken zelf niet zo veel aan doen. Het bedrijf legde een grote nadruk op zowel de VS als China. Daar zorgen handelsspanningen voor een tanende vraag. In Europa heeft het bedrijf dan weer last van de dieselhetze die vanzelfsprekend ongenuanceerd is en net zo veel politieke motivatie kent als rationele argumenten. Tot overmaat heeft het bedrijf omwille van de geografische ligging ook af te rekenen met gevolgen van de Brexit-koorts. De Britse Pond staat zwak en de Britten kopen minder auto’s. Moederbedrijf Tata zag zich al genoodzaakt om openlijk z’n steun voor beide merken te betuigen.
2,5 miljard besparen
Vorig jaar zag het bedrijf zich verplicht om 1.500 arbeidsplaatsen te schrappen. Zoals voorspeld komen er dit jaar dit jaar nog meer afvloeiingen bij. Nog eens 4.500 mensen worden gevraagd te vertrekken.
Ook investeren
Niet alleen de broekriem wordt aangehaald. Er wordt ook nog geld uitgegeven. Vanaf later dit jaar zal Land Rover de volgende generatie elektromotoren bouwen in Wolverhampton, waar nu al conventionele verbrandingsmotoren worden gebouwd. Er komt ook een nieuwe accufabriek bij in North Warwickshire. Dat komt bovenop grote investeringen de jongste jaren. In 2018 investeerde de groep nog in een assemblagefabriek in Slowakije en in engineeringcentra in Ierland, Hongarije en Engeland.