Vorige maand werd op het autosalon van Los Angeles het doek getrokken van de nieuwe Porsche 911. Deze generatie (992) werd voorgesteld in de twee- en vierwielaangedreven S-versies. Vanzelfsprekend nog maar het begin van wat ongetwijfeld weer een schier eindeloze reeks productvariaties wordt. Maar tussen alle R, , Turbo RS, S, GT3, GT2 versies (en alle mogelijke combinaties van die letters) komen er ditmaal twee die we nog nooit eerder zagen. Hybrides.
De jacht op minder CO2
Alle automerken moeten zich plooien naar immer meer stringente CO2-regels. Europa spant de kroon, maar ook op een aantal andere belangrijke markten wordt de duimvijs aangedraaid. Zowel een conventionele hybride (zonder stopcontact) als een plug-in-hybride (waarvan je de batterij aan een laadpunt of bij je thuis oplaadt) staan op het programma volgens August Achleitner. Die zou het moeten weten, want hij staat aan het hoofd van het ontwikkelingsprogramma van de sportauto.
Een geëlektrificeerde Porsche is op zich niets nieuws. We kunnen hybrides van de Panamera en de Cayenne als voorbeeld aanhalen. En dan is er nog de 918 Spyder. Die supercar illustreerde al dat hybridetechnologie ook de prestaties een boost kon geven en niet louter moet teren op ecologische argumenten.
Waar steek je het
Bij de 911 is het grootste probleem de omvang van de installatie. In de achteroverhang, daar waar de zescilinder boxermotor leeft, is het krap. Zo krap dat een elektromotor er niet zomaar bij kan. Daarom maakt de 992 voortaan gebruik van de achttrapsautomaat met dubbele koppeling (van fabrikant ZF) die al in de Panamera en Cayenne zit. Die kan momenteel tot 800Nm trekkracht aan. Cruciaal is echter dat die ook 10cm minder lang is. Dat creëert voldoende ruimte voor een schijfvormige elektromotor. De accu’s zullen wellicht vooraan een plek krijgen. Dat heeft als voordeel dat de gewichtsverdeling van de Elfer ervan verbetert.
Een 911 met elektrische bijstand is nog niet voor meteen. De productiestart staat voor 2022 op de planning.