In 2016 besliste de Belgische regering om de accijns op diesel op te trekken. Die was toen nog gevoelig lager dan die op benzine. Logisch, want tot voor kort promootte vadertje staat nog het gebruik van dieselmotoren. Een Ecopremie, heette dat nota bene. Niet alleen voor kilometervreters, maar ook voor kleine stadswagens. Die konden toen niet alleen uitpakken met een laag verbruik en overeenkomstige CO2-uitstoot, maar ook met een lage brandstofprijs. Een tijdlang werden dieselwagens met een CO2-afgifte van minder dan 90g/km zelfs gesubsidieerd.
Inmiddels lijkt die dieselmotor, die nochtans nog steeds een pak minder CO2 uitstoot, in ongenade gevallen. Dezelfde motoren die niet lang geleden nog door de overheid aan de consument werden aangeprezen, worden inmiddels bestraft met een fors hogere literprijs aan de pomp. Dat is voor een groot deel te wijten aan het optrekken van de accijns op diesel en het verzwarende effect van de BTW. De accijns is immers ook aan BTW onderhevig.
Ook de olieprijs ging omhoog
Analisten voorspelling eind dit jaar een daling van de olieprijs. Die ging vooral het afgelopen jaar de hoogte in. Een vat ruwe olie kost al het ganse jaar meer dan $ 60 met pieken tot wel $ 74. In 2017 bedroeg het prijsgemiddelde nog $ 51. In 2016 kostte een vat nog gemiddeld $ 44. Die prijs vertaalt zich overigens niet helemaal aan de pomp. Zonder het verzwarende effect van een accijnsverhoging steeg de benzineprijs over dezelfde periode immers slechts 7 procent. Een liter benzine 95 Ron die op 6 november 2016 € 1,368 kostte, kost vandaag € 1,465.
Het resultaat?
Op 6 november 2016 kostte een liter dieselbrandstof aan de pomp in ons land € 1,236. Precies twee jaar later, betaal je voor een liter diesel € 1,632 (er wordt steeds uitgegaan van de officiële maximumprijs). Een stijging van precies 32%. Zo goed als een derde.