De productie van de Jaguar Land-Rover fabriek in Solihull wordt twee weken onderbroken. Het gaat om een pauze die eerder deze maand al was aangekondigd. De reden? Een slabakkende verkoop.
China remt af
Het zijn vooral de cijfers die Jaguar Land Rover in China realiseerde die zorgen baren. In september moesten de Britten er een afname van de vraag dulden van zo maar eventjes 46% in vergelijking met september een jaar eerder. De wereldwijde verkoop liep, na enkele erg sterke jaren, ook terug. JLR boette 12,3% in en bouwde in september ‘slechts’ 57.114 voertuigen.
De door de automerken voorspelde afname van het verkoopvolume in China komt bovenop de uitdagingen in Europa. De producten van het bedrijf lenen zich door hun volume en gewicht beter tot de combinatie met een dieselmotor. Maar die krachtbron wordt de jongste tijd verketterd.
Handelsoorlog
De Chinese consument kocht minder buitenlandse auto’s omdat de regering van plan was de importheffingen te verlagen. Toen dat gebeurde, bleef de markt echter achterop hinken. Daarvoor wordt verwezen naar de handelsspanningen tussen de VS en China. Die onzekerheid spoort de consument aan om omzichtig om te springen met z’n uitgaven.
Twee weken thuis
Jaguar Land-Rover is niet van plan z’n voorraden abnormaal hoog te laten oplopen of om modellen tegen abnormale kortingen van de hand te doen. En dat betekent dat de productie moest ingebonden worden. ‘In overeenstemming gebracht met de vraag’, heet dat. Daarom blijven de ruwweg 9.000 arbeiders van de faciliteit nu twee weken thuis.