Dat Volkswagen de gevolgen van z’n grootschalige geknoei met testprocedures voor uitstootwaarden onderschatte, is duidelijk. Volgens verklaringen van het automerk, waarvan de betrouwbaarheid in vraag wordt gesteld, ging de directie uit van een schikking van minder dan € 200 miljoen. Het koste het bedrijf inmiddels al meer dan 10 miljard. En de rekening kan nu met misschien nog eens ruim € 8 miljard extra oplopen.
Loog VW tegen z’n aandeelhouders?
Over die vraag moet het hooggerechtshof in het Duits Braunwscheig zich nu buigen. In een rechtszaak die is aangespannen door meer dan 1.600 institutionele aandeelhouders wordt immers een tegemoetkoming voor de waardevermindering als gevolg van dieselgate geëist. Daarvoor is grond, gezien Volkswagen de verplichting heeft om aandeelhouders op de hoogte te houden van financiële en gerechtelijke risico’s. En de Duitsers verzwegen het probleem tot de Amerikaanse overheid, waarmee al geruime tijd werd onderhandeld, zelf met de aankondiging naar buiten kwam.
Een dag later dook het aandeel van VW 37% omlaag. Verlies dat volgens de klagende aandeelhouders niet op hun rekening had moeten staan, mocht VW hen op de hoogte gebracht hebben.
De eisers beweren dat managers beneden het niveau van de raad van bestuur op de hoogte waren van opzettelijke en systematische emissiebedriegerij en zich daarom bewust waren van ernstige criminele activiteiten en hadden moeten weten dat investeerders het recht hadden geïnformeerd te worden.