Fernando Alonso stopt met Formule 1. Aan het eind van het seizoen gaat hij op zoek naar ‘andere spannende uitdagingen’. Wellicht duidt de Spanjaard daarmee op het najagen van de zogeheten ‘triple crown’.
Lange carrière
Alonso is al zeventien jaar actief in de Formule. Hij was twintig toen hij voor Minardi - het huidige Toro Rosso - z’n eerste Grand Prix reed. Daarna volgde een gouden periode bij Renault, waar hij tweemaal wereldkampioen werd. In 2005 en 2006 was dat. In 2007 verkaste hij naar McLaren, maar dat duurde slechts een jaar. Daarna was hij weer terug bij Renault. Van 2010 tot 2014 was Ferrari aan de beurt en sinds 2015 rijdt de Spanjaard weer voor McLaren. Daar sluit hij binnenkort zijn lange, indrukwekkende F1-carrière af.
Nét niet
Alonso won in het totaal 32 grote prijzen, stond 97 keer op het podium en was 22 keer de snelste tijdens de kwalificaties. Een indrukwekkend palmares. En toch zal hij ondanks twee wereldtitels wellicht als ‘de eeuwige tweede’ de geschiedenisboeken in gaan. Liefst drie keer (in 2010, 2012 en 2013, telkens met Ferrari) greep hij net naast de grootste eer.
Triple Crown
De 37-jarige Alonso heeft z’n zinnen inmiddels gezet op een andere prestatie. Het winnen van de GP van Monaco, de 24h van Le Mans en de Indy 500. De zogeheten Triple Crown. Slechts één piloot deed dat al: de legendarische Graham Hill.
In 2006 en 2007 won Alonso de GP van Monaco. Afgelopen juni won hij de 24h van Le Mans (met Toyota, dat de geschiedenisboeken in gaat als het merk dat alleen kon winnen wanneer alle concurrentie al naar huis was). En nu wil hij nog voor winst in de Indianapolis 500 gaan. Vorig jaar was hij er al dichtij, maar technische problemen strooiden roet in het eten. Reken er maar op dat Alonso het nog probeert.