BMW zal z’n aanwezigheid op het Autosalon van Frankfurt de komende jaren fors inperken. De IAA (Internationale Automobil Ausstellung) wordt door de Duitse merken als een thuismatch aanzien. Ze proberen elkaar er te overtreffen met de grootste, meest indrukwekkende stands. Mercedes en BMW bouwen er een eigen paviljoen. Heuse paleizen zijn dat. Dat van BMW afgelopen jaar was zo maar eventjes 11.000 vierkante meter groot, kostte ruwweg € 25 miljoen en omvat zelfs een demonstratiecircuit.
Autosalons zijn niet langer interessant
“Louter de nieuwigheden krijgen er nog een plaats”BMW wil in de toekomst meer aandacht hebben voor andere beurzen en evenementen. Technologiebeurzen als CES in Las Vegas bijvoorbeeld. Een trend die je ook bij andere automerken terugziet. Die tasten immers af welke positionering ze in de toekomst willen aanmeten. De meest ambitieuze merken claimen nu immers reeds dat ze minder autofabrikant zullen worden, maar hun toekomst eerder zien als een ‘mobility solutions provider’. Daarvoor worden allerlei alternatieve verdienmodellen bedacht, waaraan je van ver ziet dat mobiel zijn er in de toekomst niet goedkoper op zal worden.
Naar 3000 vierkante meter
BMW beperkt het budget voor de IAA in 2019 drastisch. Maximaal € 6 miljoen mag de deelname kosten. De stand wordt hooguit 3000 vierkante meter groot. De Duitsers willen er niet langer hun ganse aanbod in de kijker zetten. Louter de nieuwigheden krijgen er nog een plaats. Andere grote traditionele autosalons wacht hetzelfde lot. De volgende editie van het Autosalon van Detroit zal BMW zelfs helemaal links laten liggen.