Natuurlijk kan je je afvragen waarom het nodig is om gigantische motoren in een G-Klasse te parkeren. Een dubbel geblazen 4-liter 8-cilinder, in casu 585pk en 850Nm sterk, is toch echt te delicaat om er in zwaar terrein mee te gaan zitten. En als het er op aankomt om sterke prestaties neer te zetten, dan baat het toch zeker niet om hem in te lepelen in een gevaarte van ettelijke cubieke meters en de allure van een zeecontainer. Ook al zijn de prestaties best indrukwekkend (0-100km/u in 4,5 tellen en een topsnelheid van 220 of (met AMG Driver’s Package) 240km/u), het zou nog veel sneller gaan in een ‘normaal’ koetswerk.
Moet dat nu echt?
Maar G-Klasses met AMG-behandeling gaan vooral in het Midden-Oosten als zoete broodjes over de toonbank. Geef Mercedes dan eens ongelijk. Sterker nog, dit soort versies met ‘grote toegevoegde waarde’ zou wel eens kunnen verklaren waarom de Duitsers überhaupt de moeite deden om een compleet nieuwe G-Klasse te ontwikkelen. Het verklaart ook waarom er zo veel vaart mee wordt gemaakt. De nieuwe G liet zich pas een maand geleden voor het eerst zien en details over de meest bescheiden motoren ontberen we nog.
Meer voor de achterwielen
De G-Klasse AMG heeft een specifieke aankleding aan binnen- en buitenzijde. En hij krijgt ook een aandrijflijn die voor het eerst iets meer van de trekkracht naar de achterwielen stuurt. 60%. Voor meer wendbaarheid en tractie, zeggen de Duitsers.