Het uithoudingskampioenschap - WEC - wordt door tegenwoordig door velen beschouwd als de koningsklasse in de autosport. Tenminste, wat het prototypesegment betreft. Ja, hoger dan F1, waar te veel regeltjes ervoor zorgen dat de ingenieurs hun ideeën niet de vrij loop kunnen laten. De F1 heeft de legendarische GP van Monaco, maar het WEC heeft de 24h van Le Mans. De grootste race ter wereld.
Duitse dominantie
Heel wat constructeurs werden doorheen de jaren naar de magie van het endurancekampioenschap en Le Mans gezogen. In recente tijden domineerde Audi en vervolgens Porsche. De twee Duitsers uit dezelfde stal vechten voor het absolute recordaantal overwinningen. Dat bleef uiteindelijk bij Porsche. Bij de kemphanen hoort sinds 2012 ook een Japanner: Toyota. Dat merk wist enkele successen te scoren. Niet de minste zelfs. In 2014 schreef het het ganse kampioenschap op z’n naam.
Op naar de overwinning of... totale vernedering
“Het merk dat pas kon winnen nadat al de rest naar huis was”Maar Le Mans… daar kon Toyota nog nooit schitteren. Een paar keer de afgelopen jaren was het er dichtbij. Maar de hybrides van het merk waren nooit lang genoeg snel genoeg. Of er ging iets stuk. Maar dit jaar… gaat het wél lukken. Deze Toyota TS050 is namelijk de enige fabrieksauto die nog overblijft in het LMP1-segment dat strijdt om de totaaloverwinning. Audi en Porsche pakten hun biezen. Besparingen.
Toyota krijgt naast zich op de startgrid alleen LMP1-auto’s uit kleine, private racestallen. Daartegen kàn het merk niet verliezen. Dat zou de totale vernedering zijn. En zelfs wanneer Toyota straks Le Mans wint, dan is het nog steeds het merk dat pas kon winnen nadat al de rest naar huis was. Het WEC-kampioenschap is Toyota anderzijds wel erg dankbaar. Zonder fabrieksteam in de topcategorie is Le Mans ook niet hetzelfde. Op de bezoekersaantallen van de afgelopen jaren rekent het circuit Le Sarthe echter niet. De fabrikant van saaie personenwagens brengt nu eenmaal minder fans op de been dan Audi of Porsche.