Elk jaar stelt consultancy-gigant Interbrand een lijst met de meest waardevolle merken samen. De rangschikking is gebaseerd op het financiële succes van de producten en diensten van een merk, maar ook z’n rol op het beslissingsproces van de consument (lees: imago) en het effect daarvan op de vraagprijs van het product. Helemaal bovenaan prijkt, wellicht niet verrassend, Apple. Het wordt in de top 3 vergezeld van andere tech-giganten: Google en Microsoft.
Geen feest bij Toyota
Toyota staat op de zevende plaats met een merkwaarde van 50,2 miljard dollar. Het is daarmee het meest waardevolle automerk. Maar daar zullen de marketingboys geen feestje voor bouwen. Het bedrijf moet tegenover vorig jaar immers 6% prijsgeven. In de top 100 staan 15 automerken, maar Toyota is het enige dat achteruit boert. Het voelt nu de hete adem van Mercedes in z’n nek. Dat merk (9de) won op één jaar tijd zo maar eventjes 10%. De Ster is nu bijna 48 miljard dollar waard. Als Mercedes volgend jaar de stunt herhaalt, is het ’s werelds meest waardevolle automerk.
Ter plaatse trappelen
BMW staat op de ongelukkige 13de stek. En volgens Interbrand kon het merk afgelopen jaar ook geen vooruitgang boeken. Wellicht weer iets waar ze in Bayern slecht gezind om zijn. Tesla, een eind lager, op de 98stek, blijft overigens ook ter plaatse trappelen.
Winst was er gek genoeg voor Audi (38), VW (40) en Porsche (48), ondanks dieselgate. Land Rover (73) ging ook een bank vooruit: +7%. Hyundai tenslotte, staat inmiddels al op plaats 35 (+5%). Het droogt daarmee alvast rivaal Nissan (39) af.