Carlos Ghosn, de topman van de Renault-Nissan-alliantie, heeft z’n krijtlijnen voor de toekomst uitgezet. Die zijn, zoals je kan verwachten, meer dan een klein beetje ambitieus. Samen met Mitsubishi, de nog op te poetsen nieuwe steen in de kroon van de groep, wil het een jaarlijkse verkoop van meer dan 14 miljoen auto’s realiseren. Meer dan VW, dat natuurlijk ook nog flink wil groeien tegen 2022.
Meer samenwerken
Platformen, motoren en technologie delen is het recept bij uitstek voor winstgevendheid in de autosector. Bij Renault-Nissan levert dat nu al elk jaar € 5 miljard op. Tegen 2022 moet dat het dubbele zijn. Vier gemeenschappelijke platformen moeten volstaan voor een jaarlijks volume van 9 miljoen voertuigen. 75% van alle motoren moet gewoon uitwisselbaar zijn onder de verschillende merken van de groep.
Meer elektrische auto’s
Tegen 2022 wil Renault-Nissan-Mitsubishi, dat overigens ook nog de merken Datsun, Dacia, Alpine, Lada, Samsung en Infiniti in portefeuille heeft, niet minder dan 40 modellen gelanceerd hebben met technologie die ze in staat stelt om autonoom te rijden. Daarnaast moeten er nog 12 elektrische auto’s bijkomen.
En Mitsubishi
Er wordt niet getalmd met de integratie van Mitsubishi in de groep. Het merk, al haren gehinderd door een weinig consequente modellenstrategie, moet zo snel mogelijk op de bestaande Renault-Nissan technologie omschakelen. Welke modellen Ghosn aan het Mitsubishi-aanbod zal toevoegen is nog onduidelijk. Door het inlijven van Mitsubishi heet de groep voortaan Alliance Renault Nissan Mitsubishi. Daar hoort een nieuw logo bij (bij dit artikel).