Ferrari, McLaren, Bugatti en Koenigsegg. Er wordt flink ingezet op vermogen, technologie en innovatie. Met minder komt je er niet in het mondaine wereldje van de hypercar. Mercedes stond erbij en keek ernaar. En het komt nu langs de voordeur binnen. Met iets wat je best kan omschrijven als een F1 voor de openbare weg.
Architectuur
De Project One krijgt een koolstofvezel monocoque mee. Dat maakt de hypercar niet alleen sterk, maar ook behoorlijk licht. En mede dankzij dit geringe gewicht weet je niet wat je meemaakt wanneer je het gas intrapt. Onder de motorkap ligt namelijk een 1.6 liter V6 met turbo, die ook nog eens ondersteund wordt door vier elektromotoren.
Elektrische ondersteuning
Wat al die turbo's precies doen? Wel, de ene elektromotor werkt als compressor om de turbo te spoelen, de tweede krikt het vermogen nog iets verder op. Daarnaast zijn er nog twee 163 pk sterke elektromotoren gemonteerd op de vooras die de acceleratie en tractie van de Project One moeten verbeteren. Zo ontstaat een aandrijving die niet alleen ontzettend krachtig is, maar ook qua gewicht (420 kilogram) interessant blijft. Je schakelt de sequentiële achtbak bij voorkeur met de hand, maar er is ook een automatische stand.
Recht uit de F1
Als je de V6 uit de Project One vergelijkt met de zescilinder uit de F1-auto van Lewis Hamilton, dan verschillen er volgens Mercedes slechts een paar onderdelen. Zo zijn de krukassen anders, evenals de zuigers. Verder zorgt de elektronica ervoor dat de centrale niet boven 11.000t/min draait. Pas na 50.000 km ben je toe aan een grote beurt. Maar die is dan wel echt groot: heel de motor moet dan herbouwd worden.
Mercedes lijkt niet eens meer wakker te liggen van de honderdsprint. Zoals het een echte hypercar betaamd, is de sprinttijd naar 200 al minstens even relevant. Dat neemt 6 tellen in beslag. Een volle seconde flukser dan de LaFerrari.
Met twee
De cockpit kan je het best als radicaal omschrijven. Geen toeters (behalve de wettelijk verplichte). En al helemaal geen bellen. Er was wel aandacht voor de perfecte rijhouding. En er kan ook nog een passagier mee. Dat kan Hamilton niet zeggen.
En de prijs
De Project One staat in Frankfurt. Klein detail: het is nog altijd niet exact de productieversie. De Duitsers willen nog een paar dingen bijschaven. Orders nemen ze wel aan. Daarvoor moet je € 2,4 miljoen op zak hebben. Moet je nu nog reageren, dan kom je op een wachtlijst terecht. Hoe de Duitsers kiezen wie ze gelukkig maken en wie niet, is onduidelijk.