Eerder dit jaar presenteerde BMW een opgefriste 1-Reeks. ‘Nieuw’, wordt zoiets in hedendaags marketingjargon genoemd, ook al gaat het hooguit om detailwijzigingen en heeft dat nieuwe technisch niets om het lijf. Maar dat is iets waar vooral merkliefhebbers al lang niet meer rouwig om moeten zijn. Want de nieuwe 1-Serie die in de coulissen wordt klaargestoomd, dat wordt helemaal iets anders.
Weg achterwielaandrijving
BMW heeft, wellicht bewust, z’n onderstelafstelling de afgelopen jaren wat botter gemaakt. Daardoor komt het achterwielaangedreven karakter van z’n auto’s tegenwoordig minder tot uiting. De volgende 1-Serie zal zich echter nestelen op een platform dat met Mini wordt gedeeld. Met de motor en transmissie dwars in het onderstel en z’n aandrijving naar de voorwielen.
Voor de zescilinder die nu nog de 140i aandrijft, is dan geen plaats meer. Drie en vier cilinders zullen de dienst uitmaken. Natuurlijk zijn hoge vermogens dan nog steeds mogelijk dankzij moderne turbotechnologie.
Boekhoudkundig is het zo dat BMW (nog) meer winst kan rapen met een 1 die een meer conventionele architectuur krijgt. Zeker als daarvoor ook nog een volumevoordeel speelt. En er bestaan best karaktervolle voorwielkrabbers. Maar hun gedrag is onvermijdelijk anders dan dat van een achterwielstuwer die z’n troeven uitspeelt.