Tijdens de maand mei werden in Europa in het totaal 1,4 miljoen nieuwe auto’s in het verkeer gebracht. Dat cijfer vertegenwoordigt een stijging met 7,6% en het levert meteen de beste meimaand in een decennium op.
De Europese auto-industrie mag zich dus in de handen wrijven. Een groot consumentenvertrouwen en een goede economische stabiliteit zetten de Europese consument aan tot de aankoop van een nieuwe wagen. Zolang dat maar geen driedeurs is.
Altijd maar minder vraag
De verkoop van driedeursmodellen daalde in mei met nog eens 8,4%. De koetswerkvorm, die lange tijd op populariteit kon rekenen in het A-, B- en C-segment (van de stadsauto tot de compacte gezinswagen zeg maar) ging in mei slechts 76.800 keer over de toonbank. De 4/5-deurs modellen gingen er in dezelfde periode 5,1% op vooruit. Daarvan werden er 594.300 geregistreerd.
Rationele aankoop
Onderzoeksbureau Jato Dynamics, dat de cijfers naar buiten bracht, wijdt de daling aan een gewijzigde smaak (lees: de populariteit van de SUV) en een almaar rationeler aankoopgedrag in de betrokken segmenten. De klant kiest er voor het gemak van een vijfdeurs.
Minder driedeursversies
De verkoop van hatchbacks gaat al jaren achteruit. In 2009 werden er nog 2,45 miljoen van verkocht in Europa. In 2016 weren dat er minder dan een miljoen. Almaar minder automerken nemen daarom een driedeursvariant op in het aanbod. De nieuwe generatie Volkswagen Polo, heden de meest verkochte auto in het segment, zal bijvoorbeeld niet langer met drie deuren aangeboden worden. Rivaal Ford Fiësta, doet het bij z’n jongste generatie, wél nog met drie deuren.