Je kan de jongste tien jaar gerust spreken van een wilgroei aan nieuwe modellen. Vooral dan, zo lijkt het, bij de premiumconstructeurs. Een structuur ontwikkelen is de jongste tijd erg duur geworden. Dat vangen de autobouwers op door meer en meer modellen op technisch identieke componenten te baseren. Maar een koetswerk ontwikkelen en naar productie pushen werd fors goedkoper, met dank aan de digitalisering. Dat mag blijken uit het groeiende aantal Coupé’s, breaks, vierdeurs coupé’s, shooting breaks, SUV’s en zelfs SUV Coupé’s die de catalogi vullen. Mercedes is geen uitzondering.
Het bos door de bomen zien
Al die verschillende gamma’s moeten natuurlijk ook beheerd worden. En er komt een punt waarop die kost te gek wordt. Bovendien moet de klant tussen al die bomen ook nog het bos kunnen zien. En daar lijken enkele merken het omslagpunt stilaan te hebben bereikt. Mercedes herschikte de jongste tijd al z’n nomenclatuur in een poging om wat meer structuur te scheppen. En het gaf aan dat er strategische keuzes gemaakt zouden worden. Er zullen productlijnen verdwijnen.
De SLC gaat eraan
Dat de SLC nu als kandidaat voor de galg naar voren wordt geschoven, hoeft niet te verbazen. In 1996 gooide z’n grootvader - de Mercedes SLK - nog grote ogen met z’n compacte vormgeving en (vooral) z’n stalen klapdak. Maar die trend is inmiddels voltooid verleden tijd en de populariteit van deze derde generatie is tanende. Het model kan inmiddels ook al lang niet meer uitpakken met het visuele evenwicht waar z’n eerste incarnatie van doordrongen was. De Duitsers denken met de C-Klasse Cabriolet, met een traditionele soft-top, dezelfde klant te kunnen bedienen.