We trappen even een open deur in: de Mini is niet mini meer. Het merk sloeg die weg eerder al in. Tot op heden was de Mini Clubman het meest frappante voorbeeld van het feit dat liefhebbers van mini-auto’s al lang niet meer bij het merk met die naam terecht kunnen. En het is vooral meer van dat, want de Duitsers zijn ervan overtuigt dat er meer mensen zitten te wachten op een auto met Mini-styling maar maten die eerder maxi zijn. Het merk wil immers meegroeien met z’n klanten. En daardoor komt er bij de Countryman zo maar even 20cm in de lengte bij. De wielbasis groeit 7,5cm. De breedte met 3cm. Dat moet je merken ter hoogte van de achterbank en de koffer. Daar kan nu 450l in. Dat cijfer alleen spreekt boekdelen. Het is bijna een verdubbeling ten opzichte van de eerste generatie. Klap de achterbank neer er kan 1.309l in.
Niet al te serieus
Mini heeft getracht de Countryman zo handig mogelijk te maken, al is niet alles even serieus. Een elektrisch bediende achterklep, hetzij optioneel, is er daar één van. Een andere is de zogeheten Picnic Bench, een uitklapbare zitting om comfortabel(er) op de tildrempel te kunnen zitten wanneer je vertoeft in de vrije natuur en daar een hapje wilt eten of daartoe wilt wisselen van schoeisel. Ook handig is de variabele verschuifbare achterbank (over een lengte van maximaal 13 centimeter) en de apart te verstellen rugleuningen.
Country Timer
En er is nog meer. Had Mini al de Always Open Timer voor de Cabrio, nu is er de Country Timer voor de Countryman. Dat gimmick registreert hoe veel meters je over hellende, ongelijke, onverharde of met sneeuw bedekte paden en wegen rijdt. Zodra de Countryman zich op op het onverharde begeeft, wordt het type en omvang van het offroad-terrein gedetecteerd en met icoontjes weergegeven op het display in het centrale instrumentencluster. De rijsituatie wordt geanalyseerd op basis van data verkregen door de controle-unit van de Dynamic Stability Control. Helaas betekent dat ook dat de teller bij de meesten op nul zal blijven staan, want geen kat die het terrein in trekt met z’n crossover.
Typisch Mini
Het dashboard is typisch Mini, met in het midden de welbekende grote ronde klok. Alhoewel klok? Tegenwoordig is het veel meer dan dat. Het behelst tevens het infotainmentsysteem alsmede de navigatie, beide weergegeven op een 6,5 of 8,8 inch kleurendisplay. Voor de muziekliefhebbers is er een audiosysteem van Harman Kardon en aan sfeer ook geen gebrek volgens dankzij LED-verlichting.
En de motoren?
Onder de kap pakt de nieuwe Countryman uit met twee benzines en evenveel diesels. Het benzinepalet bestaat uit de Cooper Countryman, voorzien van een 1.5 liter met 136pk en 220Nm. De Cooper S-versie geniet de bekende 2.0 liter met 192pk en 280Nm. De (S)D-diesels hebben beide een inhoud van tweeliter en leveren 150pk bij 330Nm of 190pk bij 400Nm. Alle motoren kunnen optioneel gekoppeld worden aan All4-vierwielaandrijving al dan niet in combinatie met een 6-traps automaat. Een handbak is standaard.
De belangrijkste motorische nieuwkomer is de Plug-in Hybrid die eerder al werd aangekondigd. Deze heet voluit Mini Cooper S E Countryman All4 (een mond vol) en combineert een 1.5 liter driecilinder met een elektromotor die 88pk kan leveren. Gezamenlijk is de aandrijflijn goed voor 224pk en 385Nm en als je de elektrische actieradius van 40 kilometer (tot 125km/u) optimaal benut, is een gemiddeld verbruik van slechts 2,1 l/100 km haalbaar volgens de testcyclus.