Een beetje premium automerk rept zich tegenwoordig om in zeven haasten een afdeling voor klassieke auto’s op poten te zetten. Wat voorheen een stoffig magazijn met een beperkte catalogus was, wordt nu omgeturnd tot glimmende ateliers en toonzalen en een complete dienstenwaaier. Waarom dat nu allemaal meteen moet? Omdat de merken in kwestie in de gaten kregen dat hun klanten aanzienlijke bedragen neertellen om hun speelgoed in conditie te houden natuurlijk. Centen die ze liever op hun eigen rekening zien verschijnen.
En wat met de kwaliteit?
Het leidt geen twijfel dat gespecialiseerde bedrijfjes soms meer know-how in dienst hebben dan de steevast op nieuwe producten geconcentreerde automerken. Het is dus aan de merken om zich te bewijzen. Lamborghini PoloStorico denkt het te kunnen met deze 350 GT die in 1964 uit de fabriekshallen in Sant’Agata Bolognese werd gereden. Z’n eigenaar vertrouwde de zaak toe aan Lambo’s eigen klassieker-devisie die 1.150 werkuren nodig hadden om het koetswerk spic en span te krijgen (met inbegrip van 22 laklagen). En vervolgens ook nog eens 780 uren spendeerde aan de elektrische installaties. De eigenaar wou z’n auto weer hebben net als hij de fabriek verliet. Lamborghini vernieuwde daarom wel, maar wijzigde niet. Zelfs de fabrieksradio bleef behouden.