Automerken vallen dezer dagen bijna over elkaar heen in de haast om met een pickup op de markt te komen. De reden hebben we reeds eerder aangehaald, maar herhalen we voor de goede orde nog eens... In grote delen van de wereld, waaronder landen in Zuid-Amerika en Azië, is het de populairste vorm van transport. En meer: er wordt flink winst geboekt op zo’n pickup, want ze zijn goedkoop te bouwen en relatief duur te verkopen.
Iedereen wil een pickup
Naast de vaste spelers als Toyota, Mitsubishi, Nissan en Isuzu, heb je tegenwoordig ook al een Volkswagen Amarok. Dat merk had z’n huiswerk goed gemaakt en was er als eerste bij, met een geheel binnenshuis ontwikkelde pickup nog wel. Fiat introduceert rond deze tijd de Fullback, die eigenlijk een nauwelijks gecamoufleerde Mitsubishi is en Mercedes - jawel - komt met een pickup op basis van de Nissan Navara. Peugeot en Citroën werken aan een exemplaar op basis van de Toyota Hilux. En eigenlijk is ook deze Alaskan van Renault gewoon een opgesmukte Japanner. In het interieur zit eigenlijk alleen een ander stuurwiel.
Onder de kap zit ook een motor die bekend overkomt. Een 2.3l met vermogens van 160 of 190pk, gekoppeld aan een handbak of een optionele automaat met keuze tussen louter achterwielaandrijving of een transmissie die alle vier de wielen inschakelt. Belangrijk is dat de belaadbaarheid flirt met een ton en dat de trekhaak 3,5 ton verdraagt.
Ja, hij komt naar Europa
De bouw van de Alaskan vind plaats in drie fabrieken, verdeeld over de wereld. Mexico trapt als eerste af, daarna gevolgd door het Argentijnse Cordoba en Barcelona. Colombia krijgt dan weer de eer om als eerste de orderboeken te vullen. Wanneer Europa aan de beurt is, is nog onbekend.