Onder de kap van de Mulsanne zit een 6,75l (of zoals de Britten het noemen een “6 3/4-liter”) grote V8. Die centrale hoort bij Bentley bij het meubilair. Hij stamt af van een 6,2l die voor het eerst werd geïntroduceerd in 1959.
Destijds was het een best vooruitstevend blok. Het werd al van meet af aan in aluminium vervaardigd, bijvoorbeeld. Er werd naar hedendaagse normen nauwelijks vermogen uit gemolken, maar tal van aanpassingen zorgden ervoor dat de motor bleef. De slag werd langer om meer longvolume te bekomen, de injectie werd verbeterd en er kwam eerst één en vervolgens twee turbo’s. En om het verbruik wat te beperken werd onder meer cilinderuitschakeling ingevoerd. Koop een Bentley Mulsanne Speed en de centrale levert je 530pk. Niet slecht voor een blok dat nog een gietvorm heeft uit de fifties.
Bentley-baas Wolfgang Dürheimer weet dat de opvolger van de Mulsanne een V12 krijgt. En het Britse merk behoudt wel een V8, maar dat is de 4.0l die we kennen uit onder meer de Flying Spur en Continental GT V8. Dat blok heeft Audi-roots.