Het lijkt een evidentie dat je autozetel net zo lang meegaat als de rest van je auto. Maar dat was en is het eigenlijk niet altijd. Kijk er maar eens wat advertenties van oudere occasies op na. Niet zelden is het de meest gebruikte zetel - die van de bestuurder - die er het meest ‘occasie’ uitziet van allemaal. Zo’n zetel krijgt dan ook behoorlijk wat te verduren.
Dat er iemand in een zetel zit, is niet eens het meest belastende voor structuur en bekleding. In- en uitstappen is een marteling voor het materiaal. En we doen het vaker dan je denkt. Hoe vaak? Daar horen de autobouwers (of hun toeleveranciers, want de meeste merken bouwen hun zetels niet zelf) zicht op te hebben. Opel communiceert open over de cijfers. De Duitsers beweren dat over de levensduur van een auto ongeveer 50.000 keer wordt in- en uitgestapt.
Hoe wordt de zetel getest?
Je kan moeilijk een mens inhuren om op korte tijd 50.000 keer in en uit te stappen. En daarom wordt er beroep gedaan op een zitvlakrobot. Eigenlijk is daarop niet alleen het achterwerk, maar ook een deel van het dijbeen van een mens gereproduceerd. Een schuimoppervlak aapt de eigenschappen van de betreffende lichaamsdelen na en het geheel is bekleed met een jeans-achtige stof om een realistische wrijving te verkrijgen.
Veroudering
De constructeurs simuleren dus wel het gebruikspatroon van een zetel, maar rekening houden met veroudering of verwaarlozing doen ze dus niet. Wil je dat je zetel lang meegaat, dan hou je hem best stofvrij. En als het om leder gaat, dan hou je dat best soepel en gereinigd. Hoe je dat het beste doet, lees je hier.