De Japanse autobouwer Subaru heeft z’n nieuwe onderstel voorgesteld. Al hebben we het in deze tijden van modulaire bouwstenen liever over een ‘platform’. Want ook deze architectuur is modulair en kan dus ingezet worden voor een grote hoeveelheid verschillende modellen, met een variabele spoorbreedte, wielbasis en rijhoogte. In essentie kijk je hier aan tegen elke nieuwe Subaru voor de komende tien jaar.
Stijver, lichter
Hoewel een groot deel van de torsiestijfheid bij wagens met een geïntegreerd onderstel (en dat zijn ze bijna allemaal, op pickups en een relikwie als de Mercedes G-Klasse na) gezocht moet worden in het koetswerk, vormt het chassis wel de basis. En daarvan weet Subaru ons in elk geval te zeggen dat die 70 tot 100% stijver is dan die van de uitgaande generatie. En de structuur kan 40% meer botsenergie verwerken. Door de onderdelen beter te schikken, gaat het zwaartepunt er ook met 5mm omlaag. En Subaru’s scoorden op dat vlak al abnormaal goed omwille van hun boxertechnologie. Een onafhankelijke achterwielophanging maakt er ook deel van uit. Een zaak waar nogal wat autobouwers in hun bespaarwoede afstand van doen (zoals de basisversies van de VW-Golf) en waarvan het belang onterecht wordt geminimaliseerd.
Nieuwe aandrijfopties
Daarover gesproken… de boxermotoren blijven. Net als de geheel symmetrische vierwielaandrijving overigens. Maar er worden ook concessies gedaan aan de verplichte daling in uitstoot. Je kan als automerk niet anders. En daarom zal de volgende generatie Subaru’s er ook komen als hybride en zelfs als elektrische auto. Dit Subaru Global Platform kan plaats bieden aan al die aggregaten. De eerste auto die de Japanse nicheconstructeur baseert op dit onderstel is de nieuwe Impreza.