Op CES in Las Vegas stelt Chevrolet de productieversie van de Bolt voor. Een compacte elektrische auto die enerzijds plaats biedt aan vijf inzittenden, die ook nog eens 480l bagage lust (tot aan het dak weliswaar) en die met een volle batterij 300 kilometer ver geraakt. Hij zal $ 30.000 dollar kosten, wat vergelijkbaar is met de prijs van andere elektrische auto’s van dat formaat (ga ervan uit dat hij tussen een Renault Zoe en een Nissan Leaf in zit). Dat betekent dat het nog altijd flink veel geld is voor zo’n kleine auto.
Waarom de Bolt interessant is?
De Bolt laat een grote blip achter op onze radar omdat het verre van onwaarschijnlijk is dat hij de oversteek naar Europa zal maken. Hier komt hij wellicht als Opel op de markt, met wellicht slechts minimale wijzigingen aan het design. We gokken op niet meer dan andere logo’s, bumpers en grille. Als we naar de C-stijl kijken, die net als de Opel Astra een zwevende dakconstructie veinst, dan lijkt het alsof er in het ontwerp al flink rekening is gehouden met een oversteek.
Past in Opel-strategie
“Opel wordt een mobility solutions provider”Chevrolet heeft in Las Vegas vooral de mond vol van het autodelen. Uit een recente studie blijkt dat in 2030 nog steeds slechts 10% van de Amerikanen een auto delen, maar volgens GM zal het allemaal veel gekker worden dan dat. En Opel volgt die koers in Europa. Het bedrijf wil over vijf jaar geen autoconstructeur meer zijn, maar een ‘mobility solutions provider’. En bij zo’n hippe term hoort toch op z’n minst één elektrische auto.